top of page

Bier is een alcoholische drank gemaakt uit granen, waaronder gerst en tarwe. Soms wordt nog fruit toegevoegd (bijvoorbeeld kersen (krieken) in kriek-lambiek). Er bestaan verschillende methodes om bier te maken. Het ambacht van het bier maken wordt ‘brouwenÂ’ genoemd. Bij de meest gebruikelijke methode wordt bier gebrouwen uit gerstwaterhop en gist. Productieproces Het productiepro-ces van bier is door de eeuwen heen steeds veranderd en verbeterd, zodat er nu veel verschillende manieren zijn om tot evenzo ver-schillende bieren te komen. Toch is de basis van het proces nauwelijks veranderd: van een zekere graansoort (meestal gerst) worden de korrels tot kiemen gebracht en vervolgens gedroogd. Dit proces heet eesten. Het resultaat is mout. De mout wordt vervolgens ge-

schroot. Van de mout wordt vervolgens een moutpap gemaakt,de wort,die de basis zal worden van het uiteindelijke bier.De wort wordt gekookt, meestal ook gehopt, en uiteindelijk vergist. Pas na de tweede vergisting krijgt het bier zijn typische smaak.Verschillen tij-dens het productieproces leiden tot smaakvariatie in bieren. Dit begint al bij het drogen van de mout:wordt deze eenvoudig gedroogd,

dan zal dat geen grote invloed op de smaak hebben, maar de mout kan ook worden gebrand, wat het uiteindelijke bier een koffieachtig aroma zal geven (stout), of zelfs worden gerookt (rookbier). Een heel belangrijk onderscheid is dat tussen onder-en bovengisting. On-

dergisting en bovengisting Elke zichzelf respecterende bierbrouwer heeft zijn eigen type gist. Afhankelijk van de temperatuur waar-bij het gistingsproces plaatsvindt, spreekt men van ondergisting en bovengisting

*Ondergisting of lage gisting vindt plaats bij een tem-peratuur van 6 tot 8 graden. Het proces verloopt rustig zodat de gist de kans krijgt naar de bodem van de ketel te zakken. De volledige vergisting neemt enkele weken in beslag. Vroeger was het alleen in de win-ter of in koude delen van Europa mogelijk ondergistend bier te maken, maar met de ontwikkeling van betere koelmethoden in de 19e en 20e eeuw werd het mogelijk permanent ondergistend bier te brouwen. Het voordeel van ondergisting is dat de brouwer meer con-trole over het gistingsproces heeft. Met name in Tsjechië en Duitsland wordt veel ondergistend bier gebrouwen. 

*Bovengisting of hoge gisting vindt plaats bij een temperatuur van 15 tot 20 graden. Dit proces verloopt veel wilder; de vergisting duurt hoogstens enkele dagen en de gist blijft op het brouwsel drijven. Voor de ontwikkeling van de ondergisting was bovengisting het gebruikelijke proces. Met name in Engeland en in België is het dit altijd gebleven, al worden tegenwoordig ook in deze landen veel on-dergistende pilseners of lagers gedronken. De rond Brussel gesitueerde lambiekbrouwerijen nemen wat het gistingsproces betreft een aparte plaats in: doordat men de wort een etmaal in open kuipen aan de buitenlucht blootstelt, zorgen in de lucht aanwezige gisten (“wilde gisten”) en in eiken tonnen huizende microorganismen voor een zogenaamdespontane vergisting. Vroeger kwam deze manier van gisten veel algemener voor, maar de meeste brouwers gebruiken tegenwoordig hun eigen gist. De Duitse Gose uit Goslar was tot in de 19e eeuw nog een bier van natuurlijke gisting, maar wordt thans met eigen gist gebrouwen. Geschiedenis De eerste bieren waren waar-schijnlijk van spontane gisting (zoals de moderne lambiekbieren). Bier werd waarschijnlijk al 4500 jaar voor Christus gedronken in 

Mesopotamië. Het is daarmee een van de oudste dranken uit de menselijke geschiedenis. Er zijn bierrecepten overgeleverd uit 3900 voor Christus. In oude mythen en legenden speelt bier vaak een rol, zoals in het Gilgamesje-pos of in de Kalevala. In West-Europa werd bier aanvankelijk algemeen gedronken, maar de Romeinen gingen na verloop van tijd over op wijn. Bier werd daarna vooral geasso-cieerd met “onbeschaafde” volkeren, zoals de Germanen. Romeinse schrijvers als Tacitus schrijven met veel verachting over het bier dat de Noord-Europese volkeren dronken. De opvatting dat wijn hoger en beschaafder zou zijn dan bier, en dat bier onderontwikkeld zou zijn, zou sindsdien lang gemeengoed blijven. Middeleeuwen Voor het gewone volk was bier in de middeleeuwen de gebruikelijke drank. Het was veiliger dan water, omdat het water in de steden vaak vervuild was, terwijl bier bij de bereiding gekookt en gefilterd werd. Bovendien was bier voedzaam: het bevatte graan en het gist was rijk aan vitamine B en andere nodige stoffen. De bierconsump-tie was in de middeleeuwen dan ook zeer hoog: in de Lage Landen dronk men zo’n 300 liter bier per jaar. Daarbij moet wel worden op-gemerkt dat het bier vrij weinig alcohol bevatte. Het brouwen van bier werd in de middeleeuwen toevertrouwd aan kloosters en abdij-en, waar het voornamelijk door vrouwen werd gebrouwen.In de regel hadden abdijen een zware en een lichte versie van het bier, waar-bij de zware versie werd gedronken door paters en gasten, en de lichtere versie door de zusters. In de loop van de middeleeuwen kwam er een professionalisering op gang en werden in het tegenwoordige Duitsland bierbrouwerijen geopend. Al snel ontstonden er ook in de lage landen professionele bierbrouwerijen. Tot de 14e eeuw werd bier enkel gebrouwen met spontane gisting, na de 14e eeuw wordt oud bier en later gist toegevoegd tijdens het brouwen. Overblijfselen van bieren van spontane gisting zijn de lam-bik bieren, te vinden in de Zennevallei, ten zuidwesten van Brussel. Gruit en hop In de vroege middeleeuwen werden bieren op smaak gebracht met kruiden-mengsels, ook wel gruit genaamd. Behalve voor de smaak werd de gruit ook toegevoegd om het bier langer houdbaar te houden, met wisselend succes. Plaatselijke heren zagen in de gruitbieren een bron van inkomsten in de vorm van het gruitrecht, een voorloper op de huidige accijns: over de gebruikte kruiden moest belasting worden betaald. Toch was al zeker sinds de 9e eeuw het gebruik van hop bekend. Hop maakt het bier langer houdbaar en doodt bacteriën. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het gebruik van hop steeds meer werd gepropageerd – bier was in de eerste plaats een levensmiddel en moest gezond zijn. In 1364 kondigde Keizer Karel IV van het Heilige Roomse Rijk de Â“Novus Modus Fermentandi Cer-visiam” (een Nieuwe Methode om Bier te Brouwen) af. Deze wet reguleerde het gebruik van hop om bier te brouwen, en passeerde zo de edelen die het gruitrecht hanteerden.Het gruit-recht bleef in het Franse gebied wel van kracht. Het resultaat van deze verschillende methoden is momenteel nog te zien in de Bra-

bantse bieren van hoge gisting, die gehopt zijn: Brabant was Duits gebied ten tijde van Karel IV,anders dan Vlaanderen,dat Frans was.

De Vlaamse witbieren bevatten vaak nog wel kruiden (naast hop).Nieuwe tijd De professionalisering van het bierbrouwen die in de mid-deleeuwen was begonnen zette door. Schaalvergroting was het gevolg:er werd niet langer voor eigen kring geproduceerd,er werd inge-

zet op de handel. Vooral in Hollandse steden als DelftGouda en Haarlem werd commercieel bier gebrouwen en verhandeld. De Hol-landse brouwers begonnen ook stijlen uit andere landen te kopiëren om goed bij de afzetmarkt aan te kunnen sluiten: men begon zo stouts te brouwen. Buiten de handelscentra bleef de kleine brouwer echter bestaan. Vooral in België en het zuiden van Duitsland ontwikkelden zich eigen, min of meer geïsoleerde bierculturen. Typisch voor Beieren was het in 1516 ingevoerde Reinheitsgebot, dat bepaalde dat bier enkel uit water, graan, hop en gist mocht bestaan. Hiermee werd voorkomen dat brouwers hun bier kleurden met gevaarlijke producten als pek of verf, wat voor-dien gebeurde, en dat er geknoeid werd met het graan. Hoewel het Reinheitsgebot de consument moest dienen, betekende het ook een beperking: fruitbieren konden bijvoorbeeld niet meer gebrouwen worden. In de 19e en 20e eeuw zou het Reinheitsgebot geleidelijk in heel Duitsland ingevoerd worden, wat verwoestende gevolgen had voor de Noord-Duitse biercultuur. Industriële revolutieMet de industrialisering werd het mogelijk op nog grotere schaal bier te brouwen. Bovendien gaven nieuwe technieken brouwers de gelegenheid het proces te vereenvoudigen. Bieren werden hierdoor veiliger, maar ook voorspel-baarder. Een belangrijke ontwikkeling was de verbeterde koelmethode, die het veel gemakkelijker maakte ondergistend bier te brou-wen – iets wat tot dan toe alleen in de winter mogelijk was geweest. Dit, en de ontwikkeling van een moderner opslagproces, leidde in 1839 tot de uitvinding van het pilsener, in de Tsjechische stad Pilsen. Dit ondergistende bier vond al gauw in heel de wereld navol-ging en zou uitgroeien tot ’s werelds meest getapte biertype. In 1852 legde in België een nieuwe brouwwet een minimum van 300 kilo-gram grondstoffen per brouwsel op. Het gevolg hiervan was dat in de 19e eeuw vele kleine brouwerijen verdwenen, omdat zij eenvou-digweg zoveel bier niet brouwden. Aan de andere kant ontstonden juist in de 19e eeuw veel van de brouwerijen waar België tegenwoor-dig zo beroemd om is, zoals de moderne trappisten. 20e eeuw en heden Massaproductie en wereldwijde verkoop deden slimme brou-wers als Heineken in de 20e eeuw enorm groeien. De keerzijde was dat kleinere brouwerijen steeds moeilijker tegen de grote merken konden concurren en verdwenen. Dit leidde tot een verschraling in het bieraanbod: met name in Nederland, maar in mindere mate ook in België, begonnen goedkoop geproduceerde pilseners de traditionele bieren te verdringen. Aan het einde van de 20e eeuw verander-de de houding van de consument. In 1980 werd in Nederland het initiatief genomen tot het oprichten van PINT, een bierconsumenten-vereniging die de diversiteit in bieren wilde bevorderen. In het Verenigd Koninkrijk bestond al enige tijd iets soortgelijks, de CAMRA. In België zou enkele jaren later de OBP worden opgericht, die aan het begin v.d.21ste eeuw een doorstart maakte als Zythos. Sinds-dien is de aandacht voor de traditionele bieren sterk toegenomen en worden er zelfs nieuwe, op kwaliteit gerichte brouwerijen opge-richt. Aan de andere kant gaat met name in België de kaalslag onverminderd verder en is er veel kritiek op ’s wereld grootste brou-werij,Anheuser-Busch InBev, die volgens de critici kleine brouwerijen doelgericht uit de markt werkt. De strijd tussen kwaliteit en kwantiteit is nog altijd niet gestreden. Biersoorten Het is kenmerkend voor bier dat er een grote variatie aan onderling zeer verschil-lende soorten is. Er zijn bittere bieren, zoete bieren, zure bieren en kruidige bieren. Ook zout kan onderdeel zijn van de smaak van bier. Ook het alcoholpercentage, de kleur, de volheid, de helderheid en de temperatuur waarop een bier het beste gedronken wordt kunnen verschillen. Overzicht aanbrengen in de grote variatie is niet eenvoudig. Meestal wordt vertrokken vanuit het hierboven al genoemde onderscheid tussen ondergistende, bovengistende en spontaan gistende bieren.Ondergistende bieren  Stella Artois, het standaard-pils in Leuven Met name in Duitsland en Tsjechië worden ondergistende bieren gebrouwen die internationaal veel waarde-ring kunnen wegdragen. Toch is het grootste deel van het bier dat in Nederland en België geproduceerd wordt ook ondergistend. Het betreft vooral de pilseners en de vaak goed gewaardeerde Nederlandse bockbieren.

*Pilsener. Het “gewone” bier in Nederland en België. Elk café heeft tenminste één pilsener op de tap. Sommige brouwers brengen b-halve het gewone pils ook een urtyp op de markt, dat wat bitterder van smaak is, en vaak ook wat alcoholischer. 

*Dortmunder. Een bierstijl uit Dortmund. Het bier is donkerder en voller dan een pilsener. 

*Bokbier. Een bier met een bitterzoete, moutige smaak, donker van kleur. Oorspronkelijk afkomstig uit het Duitse Einbeck.De Neder-

landse bockbieren wijken nogal af van het Duitse prototype en zijn soms zelfs bovengistend. Bockbieren worden vaak als seizoensbier verkocht, bijvoorbeeld in de herfst. 

*Rookbier. Typisch voor Bamberg is dit ondergistende bier waarbij de mout is gerookt.Het bier heeft dan ook een gerookte smaak die aan ham of gerookte paling doet denken.Bovengistende bieren Duvel met het typische glas Bovengistende bieren zijn vooral typisch

voor de Engelse biercultuur. De Belgische bovengistende bieren worden door bierkenners over de hele wereld gewaardeerd om hun traditie en kwaliteit. In Duitsland zijn bovengistende bieren meestal tarwebieren.

*Tarwebier. Tarwebier, ook wel witbier genoemd, heeft meestal een troebele kleur en een typische, friszure smaak. De Belgische tar-webieren worden vaak met kruiden op smaak gebracht, maar in Duitsland is dit door het Reinheitsgebot onmogelijk en worden ze puur gedronken. De Berliner Weiße wordt vaak met vruchtensap gemengd (Schuß). Tarwebier is niet noodzakelijk wit van kleur – er bestaat ook donker tarwebier. 

*Bruine Ale. Vroeger was het meeste bovengistende bier bruin van kleur. In de 20e eeuw is de voorkeur van de consument meer en meer naar blond bier uitgegaan. De overgebleven bruine ales hebben een zoetige smaak en een vrij hoog alcoholgehalte. 

*Vlaamse Bruine. Dit bier verkrijgt zijn unieke smaak door de rijping op eikenhouten vaten. De basis is meestal een Bruine Ale. 

*Amber. Onder deze noemer worden zowel een Pale Ale, het Duitse Altbier alsook de Nederlandse en Belgische amberkleurige ales geschaard. Het alcoholpercentage is relatief laag en de kleur houdt het midden tussen bruin en blond. Een bekend voorbeeld is het Antwerpse De Koninck, dat in Antwerpen zelfs het gewone tapbier is, in plaats van een pils. 

*Blonde Ale. Sinds de 20e eeuw zijn er steeds meer blonde ales op de markt gekomen. Het Duitse Kölsch, een bier uit Keulen, is een oud voorbeeld. Typisch Belgisch zijn de zware blonde ales, ook wel Duvelbieren genoemd, naar het bekendste voorbeeld van een dergelijk bier, de “Duvel” van brouwerij Moortgat. 

*Stout is zeer donker bier, dat gemaakt wordt van gebrande mout en daardoor een koffieachtig aroma heeft. Vergelijkbaar zijn de Duitse Schwarzbiere, maar die zijn ondergistend. 

*Gerstewijn. Een zeer zwaar bier met een alcoholpercentage van rond de 10%, vaak zoetig en donker.  *Trappist. Trappistenbier is niet echt een type bier, maar de verzamelnaam van de bieren die door de monniken van trappistenkloosters worden gebrouwen. Het betreft doorgaans zware, donkere bieren, maar er bestaan ook blonde trappisten. Een bier mag alleen trappist heten als de paus er zijn toestemming aan heeft verleend. Er zijn zeven trappisten. 

*Abdijbier. Abdijbieren zijn bieren die in navolging van de trappistenbieren worden gebrouwen, maar dan in de fabriek. Sommige ab-dijbieren zijn niet meer dan een slechte imitatie, maar er zijn abdijbieren die een geheel eigen karakter hebben ontwikkeld en door kenners evenzeer worden gewaardeerd als de echte trappisten.Bieren van spontane gisting  Een geuze van Boon met de fles van 37,5 cl. Oorspronkelijk waren alle bieren van spontane gisting, maar in de loop der eeuwen zijn de meeste brouwers op kunstmatige gisting overgestapt. Al-leen in Brussel en het aangrenzende Pajottenland bleven de spontaan vergiste bieren behouden. *Jonge Lambiek Â– Het product van de eerste vergisting. Het bier is zuur en iets wrang en wordt zelden puur gedronken. 

*Oude Lambiek Â– Op eikenhouten vaten gerijpt en nog eens vergist heeft dit bier een wat vollere smaak,die echter door weinig mens-

en gewaardeerd wordt. Het aantal cafés waar dit van het vat geserveerd wordt is zeer beperkt en neemt nog altijd af. 

*Geuze. Jonge en oude lambieks, of oude lambieks van verschillende rijping, worden door eengeuzesteker gecombineerd tot een geraffineerd mengsel dat een friszure smaak met veel ontwikkeling heeft. Oude Geuze wordt wel de champagne onder de bieren ge-noemd, maar omdat Geuze als biersoort nauwelijks be-scherming geniet, zijn er ook commerciële, gezoete geuzes op de markt die slechts deels uit lambiek bestaan. 

*Faro. Gezoete lambiek. Dit kan in sommige Brusselse cafés van het vat besteld worden. Faro is ook gebotteld te vinden: BoonLinde-

mans en Mort Subite zijn enkele brouwerijen die faro in flessen produceren. 

*Fruitbier. Een variant op faro waarbij niet suiker, maar vruchtensap gebruikt is om het bier te zoeten. De bekendste voorbeelden zijn de kriekbieren (kersenbieren), maar ook andere vruchten worden gebruikt. Bierculturen De manier waarop bieren worden gebrou-wen, geschonken en beleefd verschilt per land. Hoewel er over de hele wereld bier gedronken wordt, zijn er slechts enkele landen die een eigen biercultuur hebben ontwikkeld. Veel van deze “bierlanden” hebben een Germaanse achtergrond of invloed, maar ook Tsjec-

hië geldt als een ontwikkeld bierland. De Belgische biercultuur zou zich juist door de in België sterke Romaanse (Franse) invloed heb-ben kunnen ontwikkelen tot zo’n unieke biercultuur. 

Amerikaanse biercultuur 

Nergens wordt zo veel bier gedronken als in de Verenigde Staten. Toch gelden de VS niet als toonaangevend: de Amerikaanse bieren hebben een slechte naam en veel Amerikanen zullen een geïmporteerd Europees bier al sneller hoger waarderen dan een eigen bier. In Amerika kunnen bieren als Heineken of Grolsch zelfs als luxe-bier worden gedronken, terwijl ze in eigen land toch vooral als simpele doordrinkers worden beschouwd.Een voorbeeld van simpel Amerikaans bier is het zogenaamde Malt liquor. De laatste jaren is de Ame-rikaanse bierconsument kritischer en zelfbewuster geworden. Kleine, kwalitatief sterke brouwerijen slagen er meer en meer in de markt te veroveren en bierkenners kunnen meer dan ooit waardering opbrengen voor Amerikaans bier. Hoewel de Amerikaanse bieren nog vaak refereren aan Europese stijlen, slagen veel brouwerijen erin toch een heel eigen smaak en traditie op te bouwen, en wordt de Amerikaanse biercultuur ook voor Europeanen steeds interessanter. 
Belgische biercultuur  

Westvleteren wordt vaak genoemd als het beste bier van de wereld De Belgische bieren zijn wereldberoemd. De Belgische biercultuur geldt als een van de meest verfijnde van de wereld en blinkt uit in een enorme variatie en het behoud van oude tradities. Daarbij moet worden opgemerkt dat bekende bier-recensenten vooral de bovengistende Belgische bieren hoog waarderen, en de ondergistende bie-ren (bv. pilseners) juist relatief laag inschatten. De Belgische biercultuur is in meerdere opzichten uniek. Belgische restaurants bena-deren bier zoals Franse restaurants wijn benaderen: er is vaak een ruime keuze en een goede kelner weet welke bieren bij welke ge-rechten passen. De variatie is ook zo groot dat het mogelijk is bij elk gerecht wel een bijpassend bier te bedenken. Voorts is men er in België in geslaagd brouwtradities, die overal elders allang verloren zijn, te behouden. Nergens ter wereld worden nog bieren van spontane gisting gebrouwen, behalve in België. Nergens wordt bier nog op eikenhouten vaten gelagerd, maar wel in België. Waar Duitse brouwers zich hebben overgegeven aan het Reinheitsgebot, worden in België kruiden, vruchten en suikers aan het bier toegevoegd,zo-

als dat in de middeleeuwen gebruikelijk was.Vele Belgische bieren zijn zo uniek dat ze niet bij een of andere bierstijl vallen in te de-len. Toch zijn niet alle bierkenners alleen maar positief over de Belgische biercultuur. De schaalvergroting waar de Belgische bieren zolang van gespaard zijn gebleven vindt inmiddels alsnog plaats, en veel kleinere brouwers hebben het moeilijk. Vooral de bieren van spontane gisting en de Vlaamse bruinen – allebei unieke bierstijlen – worden bedreigd. Consumentenorganisatie Zythos probeert het tij te keren en wordt hierbij door vele bierliefhebbers uit binnen-en buitenland gesteund. Duitse biercultuur Duitsland is een bier-land. De meeste Duitse bieren zijn ondergistend en de Duitsers gelden – met de Tsjechen – dan ook als de meesters van het onder-gistende bier. Toch zijn er ook bovengistende stijlen, zoals het vermaarde Kölsch uit Keulen, het Altbier uit Düsseldorf en de vele bekende tarwebieren (Weizener). De Duitse biercultuur manifesteert zich vooral in het midden en zuiden van het land. Het noord-oosten van Beieren staat wel bekend als “Bierfranken” om de ongewoon hoge dichtheid van brouwerijen. De Beierse stad Bamberg ligt centraal in dit gebied en is bij bierliefhebbers over de hele wereld bekend als bierstad, niet in de laatste plaats omdat er het Bam-berger rookbier gebrouwen wordt, een bier met een gerookte smaak – uniek in de wereld. Het noorden van Duitsland had in vroegere eeuwen ook een ontwikkelde biercultuur die meer aan de Nederlandse en Belgische verwant was, maar door de invoering van het Bei-erse Reinheitsgebot in heel Duitsland is veel van deze biercultuur verloren gegaan. Als overblijfselen gelden de Berliner Weiße en de Gose.
Engelse biercultuur  

Een Engels bitter De Engelse bieren zijn vaak nog bovengistend en anders dan in andere bierculturen worden de bovengistende bieren nog zeer algemeen door iedereen gedronken. Engelse bieren worden vaak enigszins lauw gedronken (à 10 graden) en hebben weinig schuim. Bovendien is het schuim vaak romiger. Verder onderscheidt het Engelse bier zich van de meeste Europese bieren door het re-latief lage alcoholpercentage, al zijn daar uitzonderingen op.Typisch Engelse bierstijlen zijn bitter(bovengistend, amberkleurig bier dat in veel pubs als het standaardbier geldt) en stout. De Engelse stouts zijn vaak alcoholischer en zoeter dan hun Ierse tegenhang-ers. Toch is het Ierse Guinness thans de meest gedronken stout in Engeland (en in de rest van de wereld).
Nederlandse biercultuur  

Wispe bier uit Weesp.  De Vechtstad stond vroeger bekend als belangrijke bierstad: Nederland is al eeuwen een handelsnatie en Ne-derlandse brouwers waren dan ook al vroeg commercieel. De gevolgen daarvan op de Nederlandse biercultuur waren zowel positief als negatief: door in te spelen op buitenlandse markten slaagden Nederlandse brouwers erin zich bierstijlen uit de hele wereld eigen te maken, maar door steeds groter en commerciëler te worden verloren zij daarbij vaak hun karakter. De laatste tijd lijkt deze attitude wel te veranderen. Sinds de jaren tachtig is de belangstelling en waardering voor de traditionele Nederlandse bieren sterk toegeno-men. Nederlandse brouwers winnen met enige regelmaat internationale prijzen, en voor typische Nederlandse bierstijlen als kuit zijn nog steeds veel liefhebbers te vinden. Bovendien is de Nederlandse biercultuur nog altijd dynamisch en ontstaan er nieuwe brouwe-rijen en wordt er volop geëxperimenteerd met nieuwe bieren. De belangenvereniging PINT, die in de jaren tachtig werd opgericht, or-ganiseert doorheen het jaar verschillende proeverijen en bierfestivals om het Nederlandse bier te promoten.
Tsjechische biercultuur 

De gemiddelde Tsjech drinkt bijna 160 liter bier per jaar; daarmee zijn de Tsjechen de grootste bierdrinkers van de wereld.De Tsje-

chische brouwers specialiseren zich net als hun Duitse collega’s in ondergistende bieren en volgen het Beierse Reinheitsgebot.Tsjechi-

sche brouwerijen zijn vaak nog traditioneel en kleinschalig, wat de kwaliteit van het bier zeker ten goede komt. De bekendsteTsjechi-

sche biersoort is zonder twijfel het pilsener, dat in de Boheemse stad Pilsen uitgevonden werd en sindsdien over de hele wereld is nagebootst. Bron: Wikipedia.

Aanvullende Links: 

Belgische-bieren.be 

Bierlabel Encyclopedie 

Bierwoordenboek

Café.be 

de Biergenieters 

The Belgian Beer Routes

Belgische bierbrouwers:

Abdij der Trappisten van Westmalle
Aller Duurste Bier

Beer Mania

Belgisch Biertje

Belgischbier.2link.be

Belgische bieren.be

Belra

Benelux-biergids

BIER.028 – Op het Internet

Bier – Soorten & Smaken

Bier en Gezondheid

Biercuisine

Bierhalle

Bierliteratuur.info

Bierwoordenboek

Brouwerij 3 Fonteinen

Brouwerij Abbaye Notre-Dame de Saint-Remy

Brouwerij Abbaye Notre-Dame de Scourmont

Brouwerij Abdij Trappistenvan Westmalle

Brouwerij Achouffe

Brouwerij Bavik

Brouwerij Bockor

Brouwerij Boelens

Brouwerij Boon

Brouwerij De Dolle Brouwers

Brouwerij De Glazen Toren

Brouwerij De Graal

Brouwerij De Halve Maan

Brouwerij De Koninck

Brouwerij De Leyerth

Brouwerij De Struise Brouwers

Brouwerij De Troch

bottom of page