top of page

Scouting, ook wel scouts genoemd, is een door Robert Baden-Powell opgerichte internationale jeugdorga-nisatie. Voor-heen werden de termen "padvinderij" en "verkennerij" gebruikt. Wereldwijd is scouting de grootste jeugd- en jonge-renorganisatie met in totaal zo'n 40 mil.leden verdeeld over zo'n 160 landen. In Nederland wordt scouting vertegenwoordigd door Scouting Nederland en in België door de Gidsen-

en Scoutsbeweging in België en door de Europa-scouts-België. De meeste scoutingfederaties in de wereld zijn verenigd in de overkoepelende World Organi-zation of the Scout Movement (WOSM) en/of World Association of Girl Guides and Girl Scouts (WAGGGS).In veel landen wordt nog onderscheid gemaakt tus-sen Verkenners en Gidsen. Dit zijn respectievelijk de jongens- en meisjesverenigingen. De activiteiten zijn vaak min of meer hetzelfde en in veel landen zijn er inmiddels gemengde verenigingen of speltakken. In Nederland zijn er zowel jongens- als meisjesverenigingen maar ook gemengde verenigingen. Kinderen vanaf 5 jaar kunnen lid worden bij lokale scoutinggroepen. De jeugdleden (5 - 18 jaar) worden begeleid door vrijwilligers. Door Scouting Nederland worden trainingen aangeboden die ervoor zorgen dat deze vrijwilligers bekwaam zijn in het omgaan met kinderen van verschillende leeftijden.

Spel van Verkennen

Het belangrijkste doel van scouting is het aanleren van zelfstandigheid. Deze zelfstandigheid wordt aan-geleerd door middel van uitdagingen, bij voorkeur in de natuur. Daarbij leren de scouts om samen te wer-ken en leiding te geven, doordat ze in kleine vaste groepjes werken met hun eigen aanvoerder. Verder heeft scouting als principes een zelfstandige manier waarop scouts werken, leren door interesse in plaats van competitie en nadruk op het individu in plaats van de groep. Tezamen wordt dit de scoutmethode ge-

noemd, die door Baden-Powell is ontworpen. De pedagogische doeleinden behoren voor de scout verborgen te zitten in een aantrekkelijk spel. Scouting kent ook een aantal morele regels, vooral gebaseerd op hulp-vaardigheid. Omdat echte survival in de praktijk van een moderne samenleving moeilijk is uit te voeren, ligt de nadruk in de praktijk op een breed aanbod van spelen, activiteiten en sporten. Scouting heeft als thema het leven van avonturiers als verkenners (landscouts), zeelieden (zeescouts) of vliegeniers (lucht-scouts), maar gebracht als spel. Ook zijn er in Nederland ruitergidsen, scoutinggroepen die naast scou-ting ook paardrijden. En de Blauwe vogels, scouting voor kinderen en volwassenen met een beperking. Een deel van dit thema bestaat uit het meest herkenbare onderdeel van scouting: het uniform. Deze bestaat meestal uit een blouse of trui, een scoutingdas en insignes voor behaalde vaardigheden. De kleur v.d.blou-

se hangt in Nederland af van de speltak en in BelgiÄ“ meestal van de scoutingfederatie. In deze landen heeft iedere lokale groep zijn eigen daskleur en -patroon.

Geschiedenis

Als militair commandant werd Robert Baden-Powell beroemd nadat hij tijdens de Tweede Boerenoorlog 

een lange belegering van Mafikeng in Zuid-Afrika volhield tegenover een groter Boerenleger onder Piet Cronjé. Hij was een specialist in militair verkennen en jongens speelden dit na met een klein zakboekje waarin hij erover schreef. Terug in Engeland werd er druk op hem uitgeoefend om hier een jongensspel van te maken. Toen hij te gast was bij de Engelse jeugdorganisatie "the Boys' Brigade" zag hij hoeveel leden die had en dat ouderen bereid waren hun tijd te geven als leider. Het militaire marcheren met hou-ten geweertjes beviel hem niet. Omdat dit de jongens zou vervelen, suggereerde hij dat ze met een an-der spel meer jongens zouden trekken. De leider van de The Boys' Brigade vroeg hem een voorstel. Twee jaar later werkte Baden-Powell onder druk van zijn uitgever (aan spelboeken viel geld te verdienen) zijn ideeën uit. Hij gebruikte delen van zijn vorige boeken, las literatuur over ander jeugdwerk en nam ideeën over, zoals van de "The Woodcraft Indians" van de Canadees Ernest Thompson Seton. Om zijn opzet te testen, organiseerde hij v.1-8 augustus 1907 het eerste scoutingkamp op Brownsea Island. Daarna kwam het boek uit in losse afleveringen: Scouting for Boys (Verkennen voor jongens) met als ondertitel A Handbook for Instruction in Good Citizenship Through Woodcraft. Het was een spelplan voor jeugdorga-nisaties. Overal in Engeland begonnen groepjes jongens zelf groepen op te richten. Hierdoor werd Baden-Powell gedwongen om een eigen scoutingorganisatie op te richten. In de daarop volgende jaren breidde scouting zich uit naar de rest v. Europa en de wereld. Het boek benadrukt eigenschappen als vaderlands-lievendheid, hulpvaardigheid en onbaatzuchtigheid, burgerzin, moed, vindingrijkheid, discipline en impro-visatievermogen. Op moderne lezers maakt het soms een gedateerde indruk omdat de wetenschappelijke en geneeskundige principes achterhaald zijn. De benoemde normen en waarden en later voor leiders be-schreven manier om met jongeren om te gaan (de scoutmethode) spelen in het huidige scouting echter nog steeds een rol. Het boek is een mengeling van uittreksels uit jongensboeken, verhalen, tips en trucs, kampeer- en spoorzoekervaardigheden en aanwijzingen voor begeleiders.

Leeftijdsgroepen

Oorspronkelijk had Baden-Powel een groep jongens van 11 tot 17 jaar, maar inmiddels is scouting ook voor meisjes en meerdere leeftijden. In de meeste landen is scouting ingedeeld in leeftijdsgroepen ongeveer volgens onderstaande tabel. Elke organisatie heeft een eigen preciezere leeftijdsindeling.

leeftijd

  • tot 7-8 jaar

  • 7-8 tot 10-12 jaar

  • 10-12 tot 15-16 jaar

  • vanaf 15-16 jaar tot 18 jaar

  • 18 tot 21 jaar

  • 21> jaar

Scouting

Guiding

  • Rainbow Guides

  • Kabouters

  • Gidsen

  • Rangers

  • Ranger guide

Behalve bij traditionele organisaties is de Scouts/Gidsen leeftijdsgroep meestal gesplitst in een leef-tijdsgroep tot 14 à 15 jaar en een vanaf 14 à 15 jaar. Bij veel organisaties heeft de Rovers/Rangers leef-tijdsgroep een maximum-leeftijd met soms een aparte leeftijdsgroep voor volwassenen.

Internationale samenwerking

De meeste scoutsverenigingen in de wereld zijn verenigd in de overkoepelende World Organization of the Scout Movement (WOSM) en/of World Association of Girl Guides and Girl Scouts (WAGGGS). De WOSM richt zich op scou-ting voor jongens en gemengde scouting [1]. De WAGGGS richt zich op scou-ting voor meisjes. Binnen de WOSM en de WAGGGS werken een aantal Scoutingorganisaties nog samen in op geloof gebaseerde verbanden zoals de Wereldvereniging van Katholieke Scouts(ICCS) of op taal geba-

seerde zoals de Comunidade do Escutismo Lusófono voor Portugeestalige scouting. Naast de WOSM en de WAGGGS bestaat nog de International Scout and Guide Fellowship (ISGF) voor oud-leden v.d. WOSM

en de WAGGGS. Daarnaast bestaan er nog enkele kleine wereldorganisaties, die niet samenwerken met de WOSM en de WAGGGS: Confédération Européenne de Scoutisme (CES), Order of World Scouts 

(OWS),Union Internationale des Guides et Scouts d'Europe (UIGSE-FSE),World Federation of Indepen-dent Scouts (WFIS) en World Organization of Independent Scouts (WOIS).

Internationale activiteiten

Om de vier jaar wordt de internationale versie v.de Jamboree gehouden: de Wereldjamboree. Ook wordt ieder jaar over de hele wereld in het derde weekend van oktober een JOTA (Jamboree on the Air) ge-houden, waarbij scouts contact met elkaar maken via korte golf zendapparatuur. De internetversie van de JOTA wordt de JOTI (Jamboree On The Internet) genoemd, waarbij scouts via het wereldwijde net-werk contact met elkaar leggen.

Nederland

In Nederland werd voor 1973 scouting in algemene en protestantse kringen 'padvinderij' en in katholieke kringen 'verkennerij' genoemd, tegenwoordig zijn de termen padvinderij en verkennerij verouderd en spreekt men over scouting.Bijna alle scoutinggroepen zijn aangesloten bij Scouting Nederland. De vereni-ging ontstond op 6 januari 1973 uit een fusie tussen de toenmalige verenigingen: De Nederlandse Padvin-ders, De Katholieke Verkenners, Het Nederlandse Padvindstersgilde en De Nederlandse Gidsen,

België

In België spreekt men in plaats van scouting meestal over de scouts. Scouting is in België grotendeels op-gesplitst naar de federale structuur v.h.land. De WOSM en WAGGGS scoutingorganisaties zijn onderge-bracht in één landelijke parapluorganisatie (The Guides and Scouts Movement of Belgium / De Gidsen- en Scoutsbeweging in België/Le Guidisme et Scoutisme en Belgique)om zo lid te mogen zijn van deze wereld-

organisaties. Eén scoutsbeweging is aangesloten bij de Internationale Unie van de Europascouts en -gid-sen (UIGSE-FSE) en heeft leden in alle landsdelen van België:

Dankzij de internationale instellingen in België zijn er diverse internationale scoutinggroepen voor ander-staligen zoals Amerikaanse [2], Britse [3], Finse [4], Poolse en Noorse groepen.[bron?]

Kritiek

  • Militaristisch. Al vanaf het begin is scouting verweten militaristisch te zijn of zelfs als heimelijk doel te hebben om jongens op te leiden voor het leger. Baden-Powell heeft dit in de eerste Scouting for Boys al tegengesproken. Zijn scouting was juist een antwoord op de militaristische Boy's Brigade. De redenen waren:

    • Het zou de jongens op den duur gaan vervelen

    • De ouders zouden het niet accepteren (er was een pacifistische stroming in die tijd)

    • Een belangrijk probleem was dat de scoutmethode (individu boven de groep,zelfbestuur door jon-gens,geen dril,geen vaste opleidingseisen,hulp voor anderen) dwars op de militaire methode stond.

Het is dus een misverstand dat scouting marcheerde (Baden-Powell had dit verboden) en dat het boek Verkenner voor Jongens een omgewerkt boek over militair verkennen zou zijn (dit was slechts een klein handboekje). Baden-Powell heeft wel diverse uiterlijke zaken gebruikt zoals het uniform en de insignes, maar niet in militaire vorm.

  • Seksuele preutsheid. De wet "een scout is rein in gedachte,woord en daad" heeft scouting een preuts imago bezorgd. In zijn tijd was Baden-Powell juist vooruitstrevend. Als praktisch natuurmens vond hij seks natuurlijk en niet zondig. Hij verafschuwde de preutsheid waardoor de maatschappij voorlich-ting aan jongeren onthield. Dat moest scouting desnoods maar doen en dus gaf hij voorlichting in zijn boeken. Er waren een paar redenen waarvoor hij tegen te uitbundige seks waarschuwdede maat-schappij accepteerde het niet, het gevaar voor seksuele ziekten en de eerlijkheid tegenover vrouwen. In die tijd moest een meisje maagdelijk zijn bij haar trouwen, jongens niet. Dus vroeg hij de jongens: eis je van haar wat je zelf niet geven kan. Baden-Powell was wel lange tijd een sterk tegenstander van zelfbevrediging omdat in zijn tijd werd gedacht dat dit slecht was voor de gezondheid. Toen hij later begreep dat dit niet zo was, vond hij het veel minder bezwaarlijk. In de praktijk had scouting de sek-suele moraal van zijn tijd. In sommige landen is dit strenger, zoals bij Boy Scouts of America, waar homoseksualiteit onder scoutleiders niet toegestaan is.

  • Hiërarchisch. Dit hangt samen met het militair imago.Onderzoekers vinden in scouting juist anti-hiër-archische trekken, omdat de jongens zelfbestuur hadden terwijl de leider niet moet commanderen maar begeleiden.

Zie ook

Externe links

bottom of page