de Twee Oorlogen...
De Eerste Wereldoorlog was het eerste militair conflict op wereldschaal, van 28 juli 1914 tot 11 november1918, waarbij vijftien à zeventien miljoen militairen en burgers de dood vonden.[1] Het conflict werd tot de Tweede Wereldoorlog betiteld als de Grote Oorlog (Engels Great War of Duits Großer Krieg of als de Wereldoorlog).
Triple Entente
De Triple Entente, onder meer Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Keizerrijk Rusland (tot 1917), Italië(vanaf 1915) en de Verenigde Staten (vanaf 1917) streden samen tegen de Centrale Mogendheden, gevormd door Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. Het was de eerste oorlog waarin fabrieksmatig en snel geproduceerde middelen en de techniek de overhand kregen, zoals machinegeweren, gifgas, kanonnen en prikkeldraad, en waarin tanks en vliegtuigen algemeen in gebruik genomen werden. De gebruikte tactieken dateerden echter nog uit de 19e eeuw en dat was volgens polemologen een van de oorzaken van de enorme aantallen doden en gewonden. Een belangrijke factor die ook bijdroeg aan de massale opoffering van mensenlevens was de mogelijkheid enkele jaren achtereen constant opeen-volgende lichtingen met duizenden jongemannen als dienstplichtigen op te roepen, naar de fronten te voeren en daar in te zetten.Deze inzet werd vooral berucht door-
dat er vaak ondanks de opoffering van zeer grote aantallen militairen slechts futiele successen konden worden gemeld, zoals de verovering van kleine stukjes veelal kapotgeschoten niemandsland, die vervolgens over en weer weer moesten worden verdedigd of heroverd met even massale tegenaanvallen, de zogenoemde stellingen-
oorlog. Aan het einde van de oorlog waren 4 mogendheden politiek en militair verslagen: Duitsland, Rusland, Oostenrijk- Hongarije en het Ottomaanse Rijk – de laatste twee hielden zelfs op te bestaan.[2] Uit het Russische Rijk ontstond de revolutionaire Sovjet-Unie, terwijl in Centraal-Europa allerlei nieuwe kleine staten werden ge-vormd.[3] De Volkenbond werd opgericht om voortaan een wereldoorlog te voorkomen. Maar de oorlog leidde tot nationalisme in Europa en de gevolgen van de neder-laag van Duitsland en het Verdrag van Versailles leidden ten slotte tot de Tweede Wereldoorlog in 1939.[4]
Overzicht
De Eerste Wereldoorlog werd niet alleen in Europa gevoerd,maar wereldwijd. Aanleiding was de moord op aartshertog Frans Ferdinand en zijn vrouw gravin Sophie Cho-
tek met het daaropvolgende ultimatum aan Servië, gegeven door Oostenrijk-Hongarije. Toen Servië het ultimatum niet op alle punten aanvaardde, mobiliseerde Oos-tenrijk-Hongarije zijn legers en verklaarde de Serven de oorlog. De Duitsers hadden te kennen gegeven Frans Jozef, de keizer van Oostenrijk-Hongarije, te steunen in zijn ultimatum. Servië had door een verdrag steun van het tsaristische Rusland. Toen ook deze landen zich mobiliseerden en Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaar-den, traden de bestaande militaire verdragen in werking,waardoor de meeste Europese staten in het conflict betrokken werden. De oorlog ging tussen de Centrale Mo-gendheden onder leiding van Duitsland, en de Triple Entente die bestond uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en het Russische Rijk. Italië, dat een verdrag had met Duitsland, stelde zich neutraal op, omdat het land het niet eens was met de Duitse plannen betreffende de Balkan. Na een Duits ultimatum aan België gaf dat land zijn neutraliteit op en verdedigde zich tegenover de agressor. De oorlog werd een wereldoorlog door de Britse deelname. Het Ottomaanse Rijk voegde zich bij de Centralen, waardoor het Midden-Oosten ook een strijdtoneel werd.Doordat in het westen een statische oorlog met loopgraven werd gevochten, trachtte Duitsland op zee een be-slissing te forceren. Zo werd de U-bootcampagne belangrijk om-dat het Verenigd Koninkrijk afhankelijk was van import van goederen en voedsel. Op 25 juni 1916 werd een groot offensief voorbereid bij de Somme, beter bekend als de Slag aan de Somme, die erg bloedig was maar er werden weinig vernieuwende tactieken gebruikt. Ook schoten de geallieerden er niet veel mee op want de Duitsers hadden zich teruggetrokken naar een nog veel sterkere linie. In 1917 braken er rellen en onlusten uit in het Russische Rijk en daarop volgde een revolutie. Aan het eind van dat jaar, in de Oktoberrevolutie, werd het regime van de Romanovs omvergeworpen en stichtten de
bolsjewieken de Sovjet-Unie. De gevechten tegen de communisten bleven doorgaan en Lenin tekende begin 1918 een vredesverdrag, genoemd Vrede van BrestLitovsk, met de Duitsers. In datzelfde jaar kwamen de Verenigde Staten na de aanval op de Lusitania en het Zimmermann-telegram in de oorlog en verscheepten elke maand minstens 25.000 nieuwe troepen naar Frankrijk en België. Op zee werd het Duitse Rijk langzaam maar zeker teruggedrongen met nieuwe konvooitactieken.
Oorzaken en aanleiding
De aanleiding was de moord op Frans Ferdinand, troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije, en zijn vrouw Sophie zijn vrouw. Sophie Chotek in Sarajevo door de Bosnisch-Servische nationalist Gavrilo Princip. De werkelijke oorzaken lagen echter dieper.In het begin van de 20e eeuw ontwikkelde zich in Europa een wankel machtsevenwicht.
In verschillende landen waren sterk nationalistische stromingen. Frankrijk had na de Frans-Pruisische oorlog van 1870 Elzas-Lotharingen aan Duitsland verloren, en wenste dit gebied terug te krijgen. Het zag zich tegenover een verenigd Duitsland geplaatst en sloot een bondgenootschap met Rusland. Begin 20e eeuw kwam een nieuw type oorlogsschip op: de Dreadnought. Het Verenigd Koninkrijk en andere landen dienden hun vloot opnieuw op te bouwen.Duitsland maakte hiervan gebruik door zijn in-vesteringen in de marine op te voeren en wou op zee meer militaire slagkracht verwerven,wat de Britten verontrustte.Duitsland en Oostenrijk-Hongarije waren bond-genoten en Frankrijk had een verbond gesloten met Rusland. Na de Boerenoorlog was Engeland op zoek naar bondgenoten, maar een Engelse toenadering tot Duitsland werd door de Duitsers afgewezen. Engeland zocht nu toenadering tot Frankrijk en Rusland. Dit bondgenootschap werd hierop de Triple Entente genoemd. Duitsland zag zich hierom als het slachtoffer van een tegen haar gerichte samenzwering. De Duitsers maakten zich tevens zorgen over het snelle Russische herstel na de nederlaag tegen Japan in 1905 en de daarop volgende revolutionaire onrust. Tegelijkertijd bloeiden in de Balkanstaten krachtige nationalistische ambities op waarbij men diplo-matieke steun zocht in enerzijds Berlijn en Wenen en anderzijds Sint-Petersburg. De panslavisten wilden Russische steun voor de Slavische volken onder Oostenrijkse heerschappij. In gebieden als Slovenië, Silezië en Bohemen ontstond een sterk Slavisch-nationalistisch bewustzijn, dat op zijn beurt angst en vijandschap bij de Duit-sers wekte. De eerste pan-Germaanse en antisemitische bewegingen staken de kop op (de zaden van het nationaalsocialisme werden dus al in de 19e eeuw gezaaid). Na-tionalisten bepaalden steeds meer het beleid van een regering. Er werden steeds meer claims gelegd en volken die al jaren onder een ander bestuur leefden en zich er naar hadden aangepast zoals de Tsjechen en Polen, wilden nu een eigen staat. Ze zochten steeds meer steun in extreme groeperingen, zoals de Zwarte Hand in Servië. In tegenstelling tot Frankrijk en Groot-Brittannië bezat Duitsland amper koloniën, waardoor Duitsland min-der als grote mogendheid werd gezien. Volgens de toen heersende opvattingen in Duitsland lag het grote voordeel van koloniën in debeheersing v.d.handelsstromen en de geprivilegieerde toegang tot grondstoffen en afzet-markten. De Duitsers zelf zagen het als een “achterstand”. Duitsland was de laatkomer, aan wie geen “plaats onder de zon” werd gegund.Duitsland had het sterkste landleger ter wereld;algemeen hadden de Duitsers de overtuiging dat een mogelijke oorlog wel in een Duitse overwinning moest eindigen. De meeste nationalistische groeperingen hoopten daarom op een conflict en ook zij die daar niet op uit waren, voelden meestal niet de noodzaak een oorlog per se te vermijden.Dit beeld zag men ook in andere landen. De Fransen zouden bijvoorbeeld niet zelf een oorlog zijn begonnen om Elzas-Lotharingen terug te krijgen, maar grepen het door Duitsland gebo-den excuus gretig aan en togen enthousiast ten strijde. Oorlog werd algemeen geromantiseerd en met name door rechtse en nationalistische groepen overal in Euro-pa, en gezien als ‘de grote zuiveraar’. Door oorlog werd een mens ‘beter, sterker, slimmer en volwassener’, werden ‘jongens in mannen veranderd’. Zaken die als ‘maat-schappelijke kwalen’ werden aangeduid (bijvoorbeeld werkloosheid, socialisme, feminisme en homoseksualiteit) zouden door een oorlog ‘vanzelf oplossen’. En na de (uiteraard gewonnen) oorlog zou een gouden tijd aanbreken waar-in de hegemonie veilig was gesteld, de economie zou herstellen en groeien, eventuele territoriale en koloniale winsten nieuwe carriere mogelijkheden boden, en de zegevierende soldaten in grote triomfparades naar huis zouden terugkeren. De verschillende bondgenoot-schappen waren niet sterk, zelfs zeer zwak te noemen. Zowel Duitsland als Rusland, de sterkere partijen, lieten zich leiden door hun respectievelijke zwakkere bondge-noten Oostenrijk en Servië uit angst hen te verliezen. Voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog stelden de verschillende grote mogendheden plannen op om “de eerste klap” uit te delen. Zo bestond in Frankrijk het idee van het “Frans elan”. In Duitsland werd het Schlieffenplan opgesteld. In Rusland werd het legerplan opgesteld om onmiddellijk Oost-Pruisen te bezetten en op te rukken naar Berlijn. Voor het uitdelen van deze eerste klap was mobilisatie van de legers nodig. Mobilisaties kostten tijd, en konden niet in het geheim worden uitgevoerd.Hierdoor betekende in de praktijk dat een mobilisatie direct moest worden opgevolgd door een oorlogsverklaring, elke dag wachten betekende voor de andere partij gelegenheid om ook te mobiliseren. Zowel militairen als politici waren hiervan doordrongen. Oostenrijk-Hongarije was ernstig verzwakt. De Dubbel-monarchie was door Italië en Pruisen vernederd, was door de Ausgleich van 1867 bijna in tweeën gesplitst, en zocht compensatie via de Balkan. De annexatie van Bosnië en Herzegovina in 1908 was hier een voorbeeld van. Een makkelijke overwinning op Servië zou bewijzen dat Oostenrijk-Hongarije nog steeds een grote mogendheid was. Bulgarije voelde zich na de Balkanoorlogen ernstig vernederd en tekortgedaan. Iedere kans om met Servië, Roemenië en Grieken-
land af te rekenen was van harte welkom. Het Ottomaanse Rijk had in de decennia voorafgaand aan de oorlog langzaam steeds meer grond verloren aan Engeland en Frankrijk in Afrika en aan Rusland in de Kaukasus. Daarnaast had bijna de gehele Ottomaanse provincie Roemelië (de Balkan) onafhankelijkheid verkregen van het Rijk, door Russische steun in de Balkanoorlogen. Deze verloren oorlogen brachten een gigantische vluchtelingenstroom met zich mee; de miljoenen Turken uit de Balkan,de Krim en de Kaukasus vestigden zich in Centraal-Anatolië. Het Ottomaanse Rijk stortte zich uiteindelijk in de Eerste Wereldoorlog, voornamelijk om de verloren ge-bieden in de Kaukasus en de Krim terug te winnen op Rusland en om in het westen verder verlies van grondgebied te voorkomen. Oplopende etnische spanningen in het multi-culturele rijk hadden echter de Sultan en zijn regering ervan overtuigd dat het Ottomaanse Rijk nadrukkelijker Turks moest worden, en dat ook de aansluiting gezocht moest worden met de andere Turkse volkeren in de Kaukasus en Centraal-Azië. Deze zouden mee kunnen vechten tegen de Russen, die ook hun vijand waren. Bij sommige landen, zoals Italië en Roemenië, bestond bereidheid om met de meestbiedende zijde mee te gaan. Dit droeg bij tot een uitbreiding van de oorlog.
Uitgangssituaties
De verschillende legers waren tussen 1900 en 1914 sterk gemoderniseerd op het gebied van de artillerie en ander wapentuig. Ook was de organisatie sterk verbeterd naar Pruisisch/Duits voorbeeld van Generale Staf.Dit gold niet voor de plannen en tactieken.Deze waren gebaseerd op veronderstellingen en verkeerde inschattingen.
Het begin*
Moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk
Op 28 juni 1914 bracht de Oostenrijkse aartshertog en troonopvolger Frans Ferdinand samen met zijn vrouw een bezoek aan Sarajevo, de hoofdstad van de Oostenrijk-Hongaarse prov.Bosnië en Herzegovina. De Bosnisch-Servische student Gavrilo Princip schoot Frans Ferdinand met een pistool neer,nadat hij eerder die dag al een mis-lukte poging had gedaan om de kroonprins en zijn vrouw te vermoorden. Hierbij werd alleen Ferdinands officier geraakt. Later die dag, toen Frans Ferdinand zijn officier wilde bezoeken in het ziekenhuis, werden hij en zijn vrouw doodgeschoten. Frans Ferdinands laatste woorden waren: “zorg voor de kinderen”.De publieke opinie in Europa schaarde zich aan de kant van Wenen en niet aan de kant van Servië (de Zwarte Hand, de organisatie die mee heeft geholpen aan de aanslag, was een Servische orga-nisatie). Zelfs de Russen trokken hun handen van de Serviërs, hun traditionele bondgenoten, af. De aanslag leek in eerste instantie met een sisser af te lopen: Oosten-rijk leek niet te reageren.
Sneeuwbaleffect
Na de aanslag op 28 juni bleef het enkele weken lang schijnbaar stil. Achter de scher-men overlegde Wenen succesvol met Berlijn. Berlijn gaf Wenen op 6 juli bijna een blanco cheque, doordat het verbond tussen de twee een defensief karakter had. Deze blanco cheque bestond uit de Duitse toezegging, dat een Russische interventie een Duits antwoord zou betekenen. Pas op 23 juli stelde Wenen aan Servië, middels zijn minister van Buitenlandse Za-ken, graaf Leopold Berchtold een 48-uursulti-matum, het Juli-Ultimatum. Dit ultimatum eiste kortweg dat de zaak tot de bodem werd uitgezocht. Hiervoor moest Servië zich een diepgaande inbreuk op de soever-einiteit laten welgevallen, onder meer door het toelaten van Oostenrijkse politieagenten. Ook diende Servië de verantwoordelijkheid voor de aanslag op zich te nemen.[5]Servië stemde met alle eisen in, op één na, namelijk het toelaten van Oostenrijkse agenten op zijn grondgebied. Servië beschouwde dit als een inbreuk op zijn soe-vereiniteit, en kondigde een gedeeltelijke mobilisatie van zijn leger af. Oostenrijk verklaarde het antwoord onbevredigend en verbrak op 25 juli de diplomatieke be-trekkingen met Servië. Ook Oostenrijk kondigde een gedeeltelijke mobilisatie af.Op 25 juli besloot Rusland tijdens het kroonoverleg van Krasnoje Selo om Servië mili-tair te steunen. Tegelijk werd door Rusland, Duitsland en Engeland een bemiddelingsconferentie voorgesteld. Dit voorstel bleef echter onbeantwoord. Op 27 juli volgde een eerste fase in de mobilisatie van het Russische leger. De bevelhebber van het Russische leger, Sergej Dobrorolski, zei later dat de Russische staf de oorlog reeds op 25 juli voor een uitgemaakte zaak hield. Het was hun bekend dat Duitsland deze stap zou volgen.Op 26 juli besloot Duitsland toch om niet mee te gaan met het idee van Rusland om hen militair te steunen. De Oostenrijkse doelen voorzagen een lokale oorlog, mede doordat de Servische hoofdstad net over de grens met Oostenrijk lag. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk de oorlog aan zijn kleine buur. Reeds de volgende dag, 29 juli, beschoot de Oostenrijkse artillerie de Servische hoofdstad.Oostenrijk-Hongarije besloot op 30 juli tot een algehele mobilisatie. Op die dag keurde ook tsaar Nicolaas II van Rusland de mobilisatie van het Russische leger goed. De Russische generale staf, zich realiserend dat dit een indirecte oorlogsverklaring inhield, probeerde hem hier vanaf te houden. Ook een bezwerende brief van de Duitse keizer aan zijn neef de tsaar bleef zonder effect. Duitsland stelde hierop een 12-uursultimatum dat de Russische mobilisatie ingetrokken moest worden. Toen antwoord hierop uitbleef, verklaarde Duitsland op 1 augustus aan Rusland de oorlog. Frankrijk besloot hierop tot mobilisatie, om zijn verbond met Rusland gestand te doen.Het Duitse oorlogsplan was een bijgewerkte versie van het zogenaamde von Schlieffenplan. Dit was gebaseerd op de veronderstelling dat de Russische mobilisatie veel tijd zou kos-ten.Duitsland zou deze tijd gebruiken door eerst met aartsvijand Frankrijk af te rekenen, en dan Rusland aan te pakken.Op de avond van de oorlogsverklaring trokken de eerste Russische eenheden echter al Oost-Pruisen binnen.Het “von Schlieffenplan” voorzag in een omtrekkende beweging door België. Op 1 augustus bezette Duits-land Luxemburg. Op 2 augustus stelde Duitsland België een ultimatum met de eis tot vrije doortocht. België weigerde de Duitse troepen de doortocht, waarop Duitsland het neutrale België de oorlog verklaarde. Op 3 augustus verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog, op 4 augustus trok Duitsland België binnen. Dit was voor Groot-Brit-tannië reden om Duitsland nog dezelfde dag de oorlog te verklaren aangezien Groot-Brittannië de neutraliteit van België had gegarandeerd.
Fronten
Europese Fronten
*Westfront – De invasie van het Duitse Keizerrijk in België, Luxemburg en Frankrijk. Hier werden de loopgraven gebruikt nadat de Duitsers voor Parijs gestopt waren. Nadat de opmars van de Duitsers stopte, probeerden beide partijen zo snel mogelijk de zee te bereiken op een voor hen gunstige positie. Dit werd ook wel de race naar de zee genoemd.
*Oostfront – De Russen vielen hier Oost-Pruisen binnen en zorgden voor een verrassing. Toch sloegen de Duitsers en Oostenrijkers de Russen weer terug naar hun eigen land.
*Balkanfront– De Oostenrijkers vielen Servië binnen met de steun van de Duitsers. Later werden ook andere landen zoals Roemenië, Montenegro, Bulgarije en Griekenland bij de oorlog betrokken.
*Italiaans front – De Italianen voegden zich bij de geallieerden in 1915, nadat hun veel beloofd was als de oorlog zou worden gewonnen. De Italianen dachten de Oosten-rijkers wel te kunnen verslaan maar ook hier bleef het heen en weer gaan met de vooruitgang. Pas aan het eind konden de geallieerden een doorbraak forceren. Afri-
kaanse Fronten
*Zuid-West-Afrika – Een kolonie van de Duitsers, het tegenwoordige Namibië. Deze kolonie werd in 1915, na een aanvankelijke aarzeling van Zuid-Afrika, in minder dan een kwartaal tijd veroverd door de troepen van het Gemene-best vanuit Zuid-Afrika.
*West-Afrika – De Duitsers bezaten hier de koloniën, die tegenwoordig Kameroen en Togo zijn. Hier werden ook snel de Duitsers verslagen en de koloniën verdeeld.
*Oost-Afrika – Het tegenwoordige Tanzania, Rwanda en Burundi. Hier werden de Duitsers niet zo snel verslagen, terwijl het af was gesneden van het moederland. Hier was de laatste plaats waar nog gevochten werd door de Duitse koloniale troepen. Pas op 13 november 1918 kwam hier het bericht binnen dat de wapenstilstand was ge-tekend. Het duurde nog een tijdje voordat de wapens werden neergelegd.
Fronten in het Midden-Oosten
*Kaukasuscampagne – De Ottomanen mengden zich in de oorlog aan de zijde van de Centralen. Ze begonnen Rusland in de Kaukasus aan te vallen en er werden verschillende slagen geleverd.
*Mesopotamiaanse Campagne – De invasie van Irak door troepen van het Britse Rijk.
*Palestijns front – De Britten vochten om de Sinaï en Palestina tegen de Ottomanen, om de Ottomanen buiten het Suezkanaal te houden.
*Dardanellen front – De Entente wilde een tweede route naar Rusland toe via de Dardanellen. Hiervoor moest de hoofdstad van het Ottomaans Rijk, Constantinopel, bezet worden. Uiteindelijk faalden de geallieerden in deze aanval.
*Perzisch front – Officieel was Perzië een onafhankelijk en neutraal land maar door invloed vanuit Rusland en het Britse Rijk werd ook hier gevochten om de olie. Doordat verschillende stammen tegen elkaar werden opgezet en om de Britten te ondermijnen in het Midden-Oosten en India, werden hier nog verschillende conflicten uitgevochten.
Aziatische Front
*Tsingtao
*Pacifische Eilanden
Het westfront Het Von Schlieffenplan De Duitse Generale Staf ging uit van het Schlieffenplan. Dit plan onderkende het gevaar van een tweefrontenoorlog tegen Fran-krijk en Rusland, waar Duitsland niet sterk genoeg voor was. Het plan behelsde daarom de omtrekking van het Franse leger door het Duitse via België (aanvankelijk ook Nederland). Door om Parijs heen te trekken (het plan was om de Franse hoofdstad niet in te nemen) zou het in de Elzas geconcentreerde Franse leger klem komen te zitten en zich overgeven. De Duitse troepen zouden dan op de trein naar Rusland worden gezet om het net gemobiliseerde Russische leger daar te verslaan. Voor het verslaan van de Fransen was een periode van slechts 42 dagen gepland. Het plan kende een aantal zwakheden:
*Door de neutraliteit van België te schenden zou Groot-Brittannië wellicht Duitsland de oorlog verklaren krachtens het Verdrag van Londen van 1839.Ook zou Duitsland hier veel diplomatiek krediet mee verliezen en de boeman van de wereld worden (Von Schlieffen,
een echte Pruisische militair, achtte dit niet relevant);
*Een zeer strak tijdschema van 42 dagen werd aangehouden. Iedere afwijking zou het plan in de war schoppen (Von Schlieffen raadde aan om na iedere vertraging direct te gaan onderhandelen met de vijand. “We kunnen dan immers toch niet meer winnen”.);
*Het Duitse leger was te groot voor de capaciteiten van het Belgische en Noord-Franse (spoor-)wegennet. Bovendien ging de operatie de krachten van het Duitse leger waarschijnlijk te boven (Von Schlieffen ontkende dit);
*Er was niet gerekend op wat er zou gebeuren als het Franse leger zich niet zou willen overgeven en het op een confrontatie zou laten aankomen;
*Ook was niet gerekend op eerdere Russische mobilisatie of aanval (door het gebrek aan industrialisatie in dit land);
*Het plan was niet berekend op politieke situaties. In de julicrisis van 1914 speelde Frankrijk geen rol van betekenis. Het plan voorzag echter in Franse deelname. Toen Duitsland mobiliseerde voerden de militairen het plan uit terwijl de diplomaten en politici zich passief opstelden. Frankrijk werd hierdoor aan de haren bij het conflict gesleept;
*Het plan ging uit van een bewegingsoorlog, terwijl snelheid van de legers van infanterie en cavalerie beperkt was.
Inval in België
*1 augustus 1914 – Duitse troepen vallen het neutrale Luxemburg binnen.
*3 augustus 1914 – Duitsland verklaart de oorlog aan Frankrijk en vraagt dezelfde dag aan België, om langs daar te mogen passeren om Frankrijk binnen te vallen. Het neutrale België houdt zich aan zijn belofte en biedt de Duitsers geen doorgang.
*4 augustus 1914 – Duitse legereenheden overschrijden de Belgische grens. Frankrijk en Groot-Brittannië schieten België te hulp.
*6 augustus – Het Duitse leger stuit op de forten rond Luik.
*12 augustus–Slag der Zilveren Helmen, in Halen. Voor de laatste keer in Europa vindt een cavaleriecharge plaats. Er vallen 140 Belgische en 160 Duitse soldaten. De Belgen winnen en verschansen zich te Diest.
*15 augustus – Slag te Dinant. De Koning en Koningin en de regering vestigen zich te Antwerpen. De Koning voert het bevel over het leger.
*16 augustus – Het laatste fort rond Luik geeft zich over aan de Duitsers.
*18 augustus – Slag op de Zeven Zillen, in de omgeving van Tienen, op het grondgebied van de huidige deelgemeenten St.-Margriete-Houtem, Grimde en Oplinter.Onge-
veer 2.400 Belgische soldaten stonden tegenover een legermacht van ca. 80.000 Duitsers. De helft v.d.Belgen verloor het leven of raakte gewond. Het Belgisch Leger trok zich terug.
*18 augustus – Koning Albert I beveelt het Belgische leger zich, na een massale Duitse aanval ten noorden van de Maas, terug te trekken in Antwerpen.
*19 augustus – Duitse represailles in Aarschot.
*20 augustus – De Duitsers trekken Brussel binnen.Er volgen later zware gevechten te Aalst, Mechelen, Dendermonde en Charleroi.
In Antwerpen wordt dag en nacht gewerkt met vele vrijwilligers: bomen worden gekapt, villa’s afgebroken, kortom: alles wat het zicht kan hinderen. Schuilplaatsen wor-den opgetrokken op verschillende plaatsen, overstromingen vlakbij de forten van Kapellen tot Kontich worden uitgevoerd. In de stad wapperen de Belgische, Franse en Engelse vlaggen. Tussen 21 en 24 augustus vallen de Naamse forten.
*22 augustus – Slag bij Charleroi waar ook de Fransen aan deelnemen. Over het hele land worden kasseiwegen uitgebroken om de Duitse bewegingen te bemoeilijken.
*Op 25 augustus hebben Duitse troepen, tijdens een strafexpeditie tegen de stad Leuven 218 burgers vermoord en de stad platgebrand. Ook de universiteitsbibliotheek is in vlammen opgegaan. Deze onorthodoxe daden zullen zorgen voor een massale rekrutering op vrijwillige basis in gans het Britse Rijk.
*27 augustus – Er ontschepen Britse marinesoldaten in Oostende om in Antwerpen het Belgische leger te versterken. Het neutrale Nederland heeft geweigerd ze bin-nen te laten via de Schelde om zo in Antwerpen zelf te ontschepen. Nieuw Duits offensief tegen Mechelen met 20.000 soldaten. Later zal dit aantal verdubbeld worden. Mechelen wordt voor het eerst gebombardeerd.
*30 augustus – Na drie dagen van bombardementen zijn de forten van Walem, Sint Katelijne Waver en Koningshooikt ten dode opgeschreven. Ze kunnen hun rol van fort om de vijand tegen te houden niet meer spelen, maar worden nu steunpunten.
*2 september – ’s Morgens wordt Antwerpen overvlogen door een zeppelin die zeven bommen laat vallen op huizen die als hospitaal waren ingericht, 12 mensen raken gewond en er is zware schade.
*5 september – Majoor Von Sommerfeld beveelt de stad Dendermonde plat te branden. Ook het burgerlijk ziekenhuis en de Begijnhofkerk uit de 16e eeuw. Huizen wor-den geplunderd en inwoners naar Duitsland gedeporteerd. In Sint-Gillis en Lebbeke worden 25 inwoners vermoord door het voorbijtrekkende Duitse leger.
*29 september – Lier wordt gebombardeerd, net als Duffel, Tisselt, Londerzeel en Heist-op-den-Berg. Nieuwe gevechten om Mechelen, door de grote overmacht moeten de Belgen Mechelen opgeven en zich terugtrekken naar Antwerpen. Op hun terugtocht vernietigen de verdedigers de forten van Walem en Breendonk. Dit om te ver-hinderen dat de Duitsers ze tegen de Belgen zouden gebruiken.
*2 oktober – De Duitsers proberen door te breken. Vanaf het balkon op het Paleis op de Meir te Antwerpen stelt Koning Albert I de bevolking gerust terwijl het geschut te horen is.
*3 oktober – Walem, Sint-Katelijne-Waver en Koningshooikt worden beschoten door 28 cm-kanonnen die te Elewijt en Hofstade staan opgesteld. Een vliegtuig strooit briefjes boven Antwerpen uit, waarin de bevolking wordt opgeroepen zich over te geven. De bevolking lacht hierom, terwijl het Duitse vliegtuig wordt beschoten. Ver-dere gevechten te Lier. Herentals wordt het slachtoffer van Duitse terreur. Kempische dorpen worden in brand gestoken.
*4 oktober – Het front beweegt niet. De Belgen zijn verplicht zich te verschansen achter de Rupel en de Nete. Bruggen worden opgeblazen. Zware gevechten te Duffel.
*6 oktober – Britse marine-infanteriebrigades en het Belgische leger hebben met succes de Nete verdedigd. Op 6 oktober ’s morgens moeten ze zich echter terug-trekken op de binnenste fortenlijn. Het gevolg is dat de Duitsers hun kanonnen binnen schietbereik van de stad kunnen plaatsen. Meer dan 4000 obussen en 140 zep-pelinbommen vallen op Antwerpen. Generaal de Guise laat aan de bevolking weten dat wie dat wil mag vertrekken. Er begint een exodus langs de Schelde. Meer dan 1 miljoen Belgen vluchten naar het noordelijk gelegen neutrale Nederland. De vluchtelingen worden er goed onthaald.Anderen trekken via de kuststreek naar Frankrijk of proberen via Oostende, Groot-Brittannië te bereiken.
*8 oktober – Om de totale vernietiging v.d.stad te voorkomen beslissen de Belgische en Engelse autoriteiten gezamenlijk om de stad te evacueren.Gedurende de nacht v.d.8ste oktober verlaten de Koning en de Koningin Antwerpen.
*9 oktober – De enorme voorraden worden ofwel weggehaald ofwel vernietigd. De forten van Schoten, Brasschaat, Merksem, Kapellen en Lillo worden opgeblazen. Onder dekking van de nacht wordt de laatste Belgische divisie uit Antwerpen teruggetrokken. Zo’n 33.000 Belgische soldaten die niet meer konden ontsnappen trokken naar Nederland en werden daar geïnterneerd.
*10 oktober – De Belgen en Britten, die Antwerpen nu verlaten hebben, brengen de Duitsers een zware slag toe,terwijl deze laatsten probeerden de Schelde over te ste-ken. Duitse eenheden rukken op naar Gent.In het noorden dringen de Belgen de Duitsers terug tot Lokeren. Vlakbij Gent,te Melle kunnen de Belgen de vijand terugslaan en een Duitse artilleriebatterij veroveren. De terugtocht v.h.Belgisch leger verloopt zonder grote problemen. Alle pantsertreinen en zware kanonnen worden gered.
*13 oktober – Britse divisies komen aan te Ieper. Het Duitse leger rukt verder op over heel Oost-Vlaanderen.
*14 oktober – De Duitsers bezetten Gent na de stad te hebben gebombardeerd. De Belgische terugtocht gaat verder richting Westhoek en stelt zich op achter de IJzer.
*15 oktober – De Duitsers trekken verder op over West-Vlaanderen en bezetten Brugge.
*16 oktober – Het Duitse leger bereikt Damme, Zeebrugge, Knokke en Oostende. Het Duitse 4de leger stelt zich op aan de kust tot aan de weg Ieper-Menen.Vanaf de weg Menen-Ieper vormt het Duitse 6de leger de bezettingsmacht.Door de onderwaterzetting van het gebied aan de IJzer loopt het front vast in Vlaanderen en nadien in
Frankrijk. Dan begint de vier jaar durende loopgraven-oorlog, vanaf de Belgische duinen in Nieuwpoort en De Panne tot aan de Frans-Zwitserse grens bij Belfort.
België
België hield zich aan de afspraak om neutraal te blijven en de Duitsers niet door te laten. Maar de Duitsers hielden geen rekening met deze neutraliteit en vielen Bel-gië alsnog binnen.Op 25 augustus hebben Duitse troepen, tijdens een strafexpeditie tegen de stad Leuven, 218 burgers vermoord en de stad gedeeltelijk platgebrand. Van de ongeveer zesduizend huizen die Leuven telde zijn er 2117 in de as gelegd. Ook de universiteitsbibliotheek is in vlammen opgegaan. De Duitsers keken toe hoe een kwart miljoen boeken, waaronder duizenden onvervangbare middeleeuwse manuscripten en wiegendrukken in vlammen opgingen.De Duitsers besloten tot de afschrik-wekkende represaille nadat ze, naar eigen zeggen, door burgers waren beschoten. Maar om afgrijselijke vergeldingsmaatregelen goed te praten hebben ze al eerder dit argument aangevoerd.In totaal zijn tijdens de verovering van België zeker 5000 burgers vermoord, waaronder vrouwen en kinderen. Het is dan ook te begrijpen dat de Britse propaganda aan de Duitse wreedheid een vette kluif had. De Duitsers werden voorgesteld als “Hunnen met pinhelmen”, barbaren uit het oosten. Het Britse Rijk
had bij het Verdrag van Londen (1839) de neutraliteit en veiligheid van België gegarandeerd en verklaarde Duitsland de oorlog. Deze daden zorgden voor een massale rekrutering op vrijwillige basis in het Britse Rijk.Massale rekrutering: De Britten konden bij hun rekrutering gebruikmaken van een naïef enthousiasme,
De Tweede Wereldoorlog was de samensmelting van een aantal aanvankelijk afzonderlijke militaire conflicten die van 1939 tot 1945 op wereldschaal werden uitgevochten tussen twee allianties: de asmogendheden en de geallieerden. In Europa vielen de Duitse troepen op 1 september 1939 Polen binnen.Dit leidde op 3 september 1939 tot een oorlogsverklaring aan Duitsland door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Uitbreiding van het conflict vond plaats op 22 juni 1941 met de Duitse aanval op de
Sovjet-Unie. Desondanks kon de oorlog nog steeds als een Europese oorlog apart van van de Japanse expansie in Oost-Azië worden gezien. Dit veranderde uiteindelijk toen op 7 december 1941 Japan de United States Pacific Fleet bij Pearl Harbor bombardeerde en Hitler 4 dagen later eveneens de Verenigde Staten de oorlog verklaar-
de. De oorlog kenmerkte zich door een tot op dat moment ongekende bruutheid. In vorige oorlogen was over het algemeen een principieel onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen, waarbij de burgers zoveel mogelijk ontzien werden, of in ieder geval geen primair doel vormden. Dit principe werd in de Tweede Wereld-oorlog op grote schaal verlaten; alle partijen beschouwden elkaars burgers als valide doelen, met het argument dat ook de burgers bijdroegen aan het oorlogvoerend vermogen van de vijand. Daarnaast waren zowel nazi-Duitsland als de Sovjet-Unie dictatoriale regimes, die ook delen van hun eigen bevolking wreed onderdrukten. Ook de oorlog tussen militairen was uitgesproken hard, vooral aan het Oostfront, en de internationale “spelregels” voor de oorlogvoering (vastgelegd in de Conventie van Genève) werden systematisch en op grote schaal overtreden, met name met betrekking tot de behandeling van krijgsgevangenen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vielen tussen de 50 en 70 miljoen doden. Ongeveer twee derde van alle slachtoffers waren burger waarvan naar schatting meer dan elf miljoen minderheden stelselmatig werden ver-volgd en vermoord. Het was de eerste en tot op heden (2009) enige oorlog waarin kernwapens werden ingezet. België en Nederland werden op 10 mei'40 door Duitsland aangevallen.De daaropvolgende bezetting duurde in België tot 17 september 1944 en in (het noorden van) Nederland tot 6 mei 1945. Japan viel Nederlandsch-Indië bin-
nen op 10 januari 1942 en capituleerde op 15 augustus 1945. Nederland zou nooit meer de volledige controle over het eilandenrijk verkrijgen, dat in 1949 onafhankelijk werd. Oorzaken van de oorlog in Europa De strijd om de Europese Hegemonie 1866–1918 Door het Duitse Rijk afgestane gebieden na de Eerste Wereldoorlog.Na de tot-standkoming van het Duitse Keizerrijk in 1871 nam de Pruisisch-Duitse macht snel toe, ondersteund door reeds aan de gang zijnde bevolkingsgroei en industriële ont-wikkeling.Het nog niet geheel verenigde Duitsland had de Tweede Duits-Deense Oorlog (1864) en de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866) gewonnen, en de snelle neder-laag van Frankrijk in de Frans-Duitse Oorlog,waarbij Duitsland de Elzas en Lotharingen veroverde, maakte duidelijk dat de machtsverhoudingen in Europa grondig ge-wijzigd waren. Bovendien was er een ernstig territoriaal geschil ontstaan met Frankrijk. Door een onhandige Duitse buitenlandse politiek onder Wilhelm II ontstonden ook spanningen tussen het Duitse Keizerrijk en Groot-Brittannië en Rusland. In het eerste geval omdat Duitsland zich steeds meer ontwikkelde tot een maritieme ri-vaal, in het tweede geval door Duitse steun aan Oostenrijk-Hongarije in de Balkan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) toonde Duitsland aan dat het sterker was dan Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en hun koloniale hulptroepen bij elkaar, omdat in de eerste drie jaar de westelijke mogendheden maar nauwelijks stand konden houden op hun eigen terrein en Duitsland het Russische Keizerrijk versloeg in bondgenootschap met de Oostenrijkers. Maar de Duitsers hadden desondanks toch niet genoeg aanvalskracht om aan het Westelijke Front een beslissende doorbraak te forceren. Naarmate de oorlog zich voortsleepte slonken langzaam de Duitse reserves en hulpbronnen en in de herfst van 1918 werd Duitsland alsnog gedwongen een wapenstilstand te tekenen met de Fransen, de Britten en de te hulp geschoten Amerika-nen. Het Duitse keizerlijke regime kwam ten val (evenals het Oostenrijkse) en uit de Vrede van Versailles (1919) kwam geen stabiele situatie voort. Er werden enorme herstelbetalingen afgedwongen en enkele territoriale concessies: Elzas en Lotharingen (welke bevolkt werden door etnische Duitsers) moesten terug naar Frankrijk; diverse andere gebieden in het oosten werden aan het sinds 1793 weer onafhankelijke Polen afgestaan. Oost-Pruisen raakte hierdoor geïsoleerd van de rest van Duits-land door de ‘corridor van Danzig’, waar de eerste schoten v.d.Tweede Wereldoorlog gelost zouden worden. De kern van het probleem was niet verholpen: de potentiële Duitse hegemonie in Europa. De Franse maarschalk Foch omschreef het Verdrag van Versailles dan ook als ‘geen vrede, maar een wapenstilstand van 20 jaar’. Duitse
instabiliteit 1918 – 1929. Het politiek instabiele Duitsland van na de wapenstilstand (1918) was ten prooi gevallen aan chaos en armoede, waarbij links en rechts streden om de macht en deze strijd zou uiteindelijk worden beslecht in het voordeel van het ex-treem rechtse en totalitaire Nationaal-Socialisme. De essentie van deze fascis-tische stroming was dat de sterkere het recht heeft de zwakkere te overheersen. Dit verklaart zowel het radicaal nationalistische, antisemitische, militaristische, an-tidemocratische en anticommunistische karakter van deze beweging als de ideologisch geïnspireerde vernietigingsoorlog die hieruit voortvloeide. Het Verdrag van Versailles (1919) verplichtte Duitsland tot territoriale concessies, financiële offers en een drastische beperking van haar militaire macht.Bovendien werden geallieerde troepen in het Rijnland gelegerd. De vernedering was een bron voor Duits ressentiment en zou de uiterst rechtse nationalistische partijen in de kaart spelen. Ook de opdeling van Duits grondgebied zonder rekening te houden met de bevolkingssamenstelling zou aanleiding geven voor internationale spanningen. In het verarmde en hongerige Rusland van 1917 braken revoluties uit. De hierop volgende Communistische machtsovername leidde in heel Europa tot ernstige onlusten. Europa zou na 1917 veelvuldig in de greep komen van de angst voor het “Communistisch gevaar” en deze angst zou de opkomst van het Fascisme in Italië en het Nationaal-Socialisme in Duitsland een enorme impuls geven. In november 1918 vond in Duitsland een door de Russische Revolutie geïnspireerde linkse November-revolutie plaats, die de kop werd ingedrukt door uit gedemobiliseerde soldaten samengestelde vrijkorpsen. De ex-treem rechtse vrijkorpsen werden deels gedreven door de theorie dat communis-ten, socialisten,republikeinen en Joden het land zouden hebben verraden en dat Duitsland daarom de oorlog had verloren (de zogenaamde dolkstootlegende). De naoor-logse economische crisis verergerde nadat Duitsland in 1923 de opgelegde herstelverplichtingen niet langer nakwam en Franse en Belgische troepen het Ruhrgebied
bezetten. Hierna braken stakingen uit die door de Duitse staat werden aangemoedigd. Om de stakingskas te vullen draaide de geldpers en dit veroorzaakte hyperinfla-tie. De economische chaos ontketende in het hele land onlusten en de Weimarrepubliek verloor de steun v.d.door de geldontwaarding verarmde burgerij.De Nationaal-
socialistische Duitse Arbeiderspartij onder leiding van Adolf Hitler zou deze onlusten aangrijpen om in '23 in Beieren een greep naar de macht te doen. Deze Bierkel-
lerputsch mislukte en Hitler werd tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld waarvan hij uiteindelijk 1 jaar moest uitzitten. Tijdens deze detentie dicteerde hij zijn be-ruchte boek Mein Kampf dat later een centrale plaats in de nazi-propaganda zou innemen. Ondanks de aanvankelijke tegenslagen zou het nationaal-socialisme in de Duitse poel van armoede, angst, chaos en onvrede van de jaren twintig en dertig een vruchtbare voedingsbodem vinden. Adolf Hitler bleek namelijk te beschikken over een opmerkelijk redenaarstalent en politiek instinct. Deze twee eigenschappen, opgeteld bij zijn dominerende drang naar macht en gebrek aan moreel besef stelden hem in staat de situatie uit te buiten en zouden hem en zijn partij de overheersing en de ondergang brengen. De depressie die ontstond na 1929 deed het ledental van de NSDAP groeien tot bijna 14.000.000 in juli'32.In januari 1933 trad Hitler als Rijkskanselier aan met een regering waarin de Nationaal-Socialisten de minderheid vorm-
den. Nu was hij zeer snel in staat alle macht naar zich toe te trekken en vanaf dat moment werd de Duitse politiek enkel en alleen door hem bepaald. Het Derde Rijk
startte vrijwel direct met herbewapening. De omvang v.d.Reichswehr was door de bepalingen van Versailles beperkt tot 100.000 man. Het had geen tanks, geen lucht-
macht en nauwelijks schepen. Zes jaar later, bij het uitbreken van de vijandelijkheden, beschikte de Wehrmacht, de Luftwaffe en de Kriegsmarine over 3,5 miljoen solda-ten, 9.000 kanonnen, 2.500 tanks, 2.300 vliegtuigen, 57 onderzeeërs en 45 oppervlakteschepen.
Duitse Buitenlandse politiek 1933 – 1939.
De buitenlandse politiek van de Nationaal-Socialisten leidde tot een verhoogde kans op oorlog omdat Hitler streefde naar gebiedsuitbreiding in Oost-Europa ten koste van de Slavische volkeren. Hiertoe moest Polen worden vernietigd en Rusland gebroken. De spanningen met het Westen die hierdoor werden veroorzaakt waren slechts een afgeleide. Kenmerkend voor de periode 1933– 1939 waren de Duitse successen zonder dat er oorlog uitbrak. De Westerse democratische landen zouden te lang po-gen Hitler in te tomen met diplomatieke middelen waarbij de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog hen zeker parten hebben gespeeld; degenen die in de jaren dertig leidinggevende posities bekleedden, hadden immers vaak zelf nog in de loopgraven gezeten. De toegeeflijkheid kwam echter ook voort uit een schuldgevoel aan de kant van Groot-Brittannië, Duitsland was na de oorlog zo onrechtvaardig behandeld dat vele eisen van Hitler als legitiem werden gezien. Zo was de wens van Hitler om alle Duitsers in één rijk te verenigen volstrekt in lijn met het Verdrag van Versailles, dit verdrag was echter in het nadeel van Duitsland beslecht op een aantal gebie-den. Zo kwam in 1935 het Saarland “Heim ins Reich” en werd in 1936 het Rijnland weer door Duitse troepen bezet na jaren van Franse bezetting. In 1936 ontstond tevens de as Rome-Berlijn, deze alliantie zou met het staalpact van '39 worden verstevigd.Vervolgens volgde de annexatie v.Oostenrijk op 13 maart 1938 en die van Tsjecho-Slowakije op 15 maart 1939. Deze bezetting van Tsjecho-Slowakije markeert het eindpunt v.Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om met vreedzame middelen de ver-overingszucht van Nazi-Duitsland te beteugelen, mede omdat duidelijk werd dat Hitler meer wilde dan alleen een verenigd Duits rijk. De Inval in Polen Europa in 1939 na de Inval in Polen. Nazi-Duitsland viel op 1 september 1939 Polen aan (Operatie Fall Weiss). Deze aanval, ook wel Poolse campagne genoemd, zou vier weken duren. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaarden op 3 september 1939 Duitsland de oorlog. Het is waarschijnlijk dat Hitler deze oorlogsverklaring van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk niet had voorzien, en dus eigenlijk niet uit was op een algehele Europese oorlog. Afgezien van deze oorlogsverklaring en het vruchteloze Franse
Saar-offensief van 7 september 1939 ondernamen de geallieerden overigens weinig. Conform het in augustus 1939 gesloten Molotov-Ribbentroppact viel de Sovjet-Unie op 17 september 1939 Oost-Polen binnen. Het Poolse leger werd nu vermorzeld tussen de Duitse en Russische strijdkrachten. De laatste Poolse eenheden capituleerden op 6 oktober 1939 waarna een deel van het Poolse leger en de regering eerst naar Frankrijk uitweken en vervolgens naar het Verenigd Koninkrijk.
De Russische expansie
De winteroorlog begon toen de Sovjet-Unie op 30 november 1939 Finland aanviel in de verwachting de Karelische land-engte binnen een maand te veroveren. Het Rus-sische leger ontmoette onverwacht felle Finse tegenstand en leed on-voorstelbare verliezen. Zo verloren de Russen meer dan 200.000 soldaten en meer dan 2000 tanks. De Finnen verloren ongeveer 25.000 man. Door het enorme overwicht van de Sovjet-Unie liep het op 13 maart 1940 echter toch uit op een staakt-het-vuren op Russische voorwaarden. Finland verloor 10 procent van haar grondgebied en 20 procent van haar industriële capaciteit. Het verloop van de winteroorlog tastte de sta-tus van het Rode Leger echter ernstig aan en droeg in hoge mate bij aan de Duitse onderschatting van Ruslands militair vermogen. De Sovjet-Unie bezette in de daar-opvolgende maanden ook nog Estland, Letland, Litouwen, Bessarabië en het Roemeense Noord-Boekovina, die nauwelijks militaire tegenstand boden. Noorwegen en Dene-marken Noorwegen was voor de Duitse oorlogvoering belangrijk vanwege de aanvoerroutes van Zweeds ijzererts en als uitvalsbasis voor de Kriegsmarine.Zowel de Brit-ten als de Duitsers maakten daarom in een vroeg stadium plannen voor een inval. De Duitse vloot stoomde op naar Noorwegen op 3 april 1940 en in Noorse wateren werden, op 8 april door een Britse torpedobootjager, mijnen gelegd. Vervolgens landden de Duitsers op 9 april in Oslo,Bergen,Trondheim en Narvik, en vielen zij Dene-marken binnen (Operatie Weserübung). Denemarken capituleerde vrijwel onmiddellijk na slechts enkele schermutselingen.Hoewel op 15 april nog een geallieerde tegen-aanval plaatsvond bij Narvik, Namsos en Åndalsnes waren de kaarten geschud na de vernietigende nederlagen in mei, elders op het Europese vasteland. Noorwegen ca-pituleerde op 9 juni '40 en de geallieerden moesten evacueren en Scandinavië achter zich laten.
De Westelijke Veldtocht 1940
Aan het Westelijk front was tot mei 1940 nauwelijks gevochten. Een situatie door journalisten omschreven als de Schemeroorlog. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ech-ter Nederland, België en Luxemburg aan (Operatie Fall Gelb). Het Nederlandse leger, niet uitgerust voor een moderne oorlog, werd volkomen onder de voet gelopen. Desondanks verliep de campagne voor de Duitsers te traag en hun Heinkels bombardeerden op 14 mei Rotterdam om daarmee de Nederlanders sneller tot overgave te dwingen. Generaal Winkelman, de bevelhebber v.d.Nederlandse Strijdkrachten werd zowel geconfronteerd met een strategisch uitzichtloze situatie als met het Duitse dreigement tot vernietiging van alle grote Nederlandse steden. Woensdagochtend 15 mei 1940 tekende hij dan ook de capitulatie. In de provincie Zeeland werd de strijd door voornamelijk Franse troepen nog vijf dagen voortgezet. De Belgische legermacht probeerde zo lang mogelijk stand te houden tegen de Duitse overmacht, maar kon alleen nog de aftocht van het Britse Expeditieleger via Duinkerken dekken. Op 28 mei moest het leger noodgedwongen capituleren. Het Belgisch leger had 18 dagen volgehouden tegen een zeer grote Duitse overmacht. Deze periode kwam later bekend te staan als de Achttiendaagse Veldtocht. De geallieerde legers hadden ondertus-sen gereageerd op de Duitse troepenbeweging door ver-plaatsing naar het noorden. Men meende dat het zwaartepunt van de Duitse aanval daar zou liggen, omdat het zuiden immers gedekt werd door de Maginotlinie en de ondoordringbaar geachte Ardennen. De Duitsers braken echter vol-komen onverwacht door de verdedigingslinies bij Sedan, met de al in Polen beproefde Blitzkriegtactiek van een combinatie van oprukkende pantserdivisies en precisiebombardementen van de Luftwaffe. Zij rukten vervolgens zo snel op dat het Britse expeditieleger geïsoleerd werd. Op 20 mei bereikten verkenningseenheden van de tweede Duitse pantserdivisie de Kanaalkust bij de monding van de Somme. De Britten restte niets anders dan een vluchtpoging over het Nauw van Calais. Op 2 juni waren 330.000 soldaten erin geslaagd bij Duinkerke in te schepen en de oversteek te maken. Hun volledige uitrusting en ruim 68.000 dode, gewonde en gevangen kameraden lieten zij achter. Het Britse expeditieleger was verjaagd en België had gecapituleerd (28 mei). De Fransen hielden het hierna niet meer lang vol. Op 5 juni bogen de Duitsers af naar het zuiden (Operatie Fall Rot) en op 17 juni bereikten zij de Zwitserse grens ondanks felle Franse tegenstand. De troepen in de imposante Maginotlinie waren daarmee omsingeld, zodat het lot van Frankrijk bezegeld was. Het fascistische Italië, overtuigd dat de strijd was gestreden, verklaarde op 10 juni Frankrijk en Groot-Brittannië alsnog de oorlog en het viel Frankrijk in het zuidoosten aan met een overmacht van ca. 550.000 man om enkele grensgebieden te veroveren. Zij boekten echter nauwelijks terreinwinst wegens fel verzet van de Franse verdediging. De laatste Britse troepen trokken zich terug (Operatie Dynamo), waarna de Duitsers op 14 juni de open stad Parijs innamen. Op 18 juni hield generaal Charles de Gaulle, die naar Engeland had moeten vluchten, een later als historisch beschouwde radio-rede waarin hij het Franse volk voorhield dat het een slag had verloren, maar niet de oorlog. Op dat moment was echter het enige gevolg dat hij door de Franse regering als muiter werd be-stempeld en bij verstek ter dood veroordeeld. Op 22 juni 1940 ondertekende Frankrijk een wapenstilstand waarbij bepaald werd dat zestig procent van het Franse grondgebied bezet zou worden en in het overige zuidoostelijke deel de marionettenstaat Vichy-Frankrijk werd gevestigd, met de conservatief-nationalistische maarschalk Philippe Pétain als staats-hoofd. De Duitse minister van volksvoorlichting Goebbels buitte de gelegenheid uit met een geweldige propagandastunt door voor de ondertekening dezelfde treinwagon te laten gebruiken als die waarin in 1918 de Duitse capitulatie getekend was.
De Slag om Engeland
De Britten vochten door ondanks de verpletterende nederlaag op het Europese vasteland. Hitler wilde zijn aandacht zo snel mogelijk op het Oosten richten maar Duitse vredesvoorstellen aan de Britten werden door dezen afgeslagen, vooral door toedoen van de nieuwe premier Winston Churchill. Op 16 juli 1940 gaf de Duitse opperbe-velhebber (Hitler) daarom opdracht voorbereidingen te treffen voor de invasie en verovering van Groot-Brittannië (operatie Seelö-we). Maar door het grote overwicht v.d.Royal Navy over de relatief bescheiden Duitse marine zou een aanval slechts kans van slagen hebben als de Duitse strijdkrachten het luchtruim volledig zouden be-heersen waarmee men dan de Britse schepen op afstand kon houden. De aanvallen van de Luftwaffe waren dan ook gedurende bijna twee maanden grotendeels gericht op de uitschakeling van de Royal Air Force. Toen op 24 augustus 1940 voor het eerst, al was het per ongeluk, Duitse bommen op Oost-Londen vielen leidde dat tot een Britse vergeldingsaanval op Berlijn. De woedende Hitler eiste onmiddellijk een afstraffing van ‘deze brutaliteit’ door een massaal bombardement van Londen. Het idee dat het met de Engelse luchtverdediging grotendeels was gedaan droeg ook bij tot deze fundamentele wijziging van de Duitse strategie. Vanaf 7 september 1940 werd getracht het Britse oorlogsmoreel te breken door stelselmatige terreurbombardementen van de burgerbevolking maar dit bleek een fatale vergissing. Het moreel werd niet gebroken, de Royal Air Force kreeg nu de gedroomde kans de onmisbare vliegvelden te herstellen en bracht tenslotte de Duitsers steeds zwaardere verliezen toe. Operatie Seelöwe werd uitgesteld en uiteindelijk afgeblazen. De Luftwaffe was meer dan 1500 vliegtuigen kwijt geraakt, en aan het Oostfront zou de Duitse oorlogs-capaciteit nooit volledig kunnen worden ingezet door de voortdurende dreiging in het westen.
De Slag om de Atlantische Oceaan
De Kriegsmarine trachtte vooral met onderzeeërs de scheepvaart op de Atlantische Oceaan onmogelijk te maken en op die manier de Britse aanvoerlijnen vanuit de Verenigde Staten af te snijden. Hoewel de onderzeeërs in de eerste jaren een ernstige bedreiging vormden voor de Geallieerde scheepvaart in het algemeen, en de aanvoer naar Groot-Brittannië in het bijzonder, werd deze uitputtingsslag door de samenloop van een aantal factoren vanaf 1943 beslecht in het voordeel van de gealli-eerden: er kwamen meer technische mogelijkheden om onderzeeërs op te sporen en te vernietigen, de Enigmacodes werden gekraakt, en bovenal werd het productief vermogen van de Verenigde Staten groter dan de vernietigingskracht van de Duitsers.
Afrika en de Middellandse Zee
Meer dan 200.000 Italiaanse troepen vielen op 13 september 1940 Egypte binnen waardoor de Asmogendheden controle dreigden te krijgen over het Suezkanaal, en dus over de Arabische olievelden en de toegangsweg naar Brits-Indië. Ondanks hun numerieke overwicht leden zij al snel ernstige verliezen en weer moesten de Duitsers Mussolini’s mannen te hulp schieten, hoewel zij eigenlijk hun aandacht op ‘Lebensraum’ in Oost-Europa wilden richten. Het relatief kleine Afrikakorps dreef met twee Pantserdivisies de Britten terug tot Tobroek en na de Slag bij Gazala werd deze stad ingenomen. Onder Montgomery slaagden de Britten er alsnog in de troepen van
Rommel in 1942 bij El Alamein te verslaan. Daarna zouden de Britse en Amerikaanse troepen, die inmiddels ook in Algerije en Marokko geland waren, de Duitsers uit Noord-Afrika drijven (operatie Toorts). In mei 1943 gaven de laatste Duitsers en Italianen zich in Tunesië over.
De Balkan
Albanië was reeds in april 1939 door de Italianen bezet en Mussolini, geïrriteerd door de Duitse successen, liet op 28 oktober 1940 zijn troepen Griekenland binnenval-
len. Hoewel het Griekse leger geen noemenswaardige luchtmacht had en slecht was voorbereid bleken de Italianen niet tot veel in staat. De Italiaanse strijdkrachten beschikten wel over aanvalsvliegtuigen, maar deze konden door de slechte weersomstandigheden niet worden ingezet. Ook was het moeilijk begaanbare terrein in het voordeel van de verdedigers. Het Griekse tegenoffensief van 14 november 1940 wierp de Italianen vervolgens ver terug tot over de grenzen van het reeds bezette Al-banië. Britse troepen landden op Kretaen verleenden de Grieken luchtsteun, waarmee voor Duitsland een ernstige bedreiging ontstond. De Britten waren nu namelijk in staat vanuit Griekenland de Roemeense olievelden te bombarderen en zo de Duitse brandstofvoorziening in gevaar te brengen. Op de Balkan hadden de meeste landen inmiddels hun posities bepaald. Hongarije, Roemenië, en Bulgarije hadden zich bij de As aangesloten, terwijl op 27 maart 1941 een staatsgreep in Joegoslavië een bewind aan de macht bracht dat gekant was tegen de As-mogendheden, waarmee een bedreiging vanuit de Balkan ontstond. De Duitse troepen vielen daarom op 6 april 1941 van alle kanten Joegoslavië binnen. De inmiddels ervaren Wehrmacht overmeesterde het land in elf dagen, geholpen door de onbeholpen strategie van de Joegoslaven die overal stand wilden houden,waardoor de verdediging volledig werd versnipperd.Tegelijkertijd waren de Duitse strijdkrachten Griekenland vanuit Bulgarije binnengedron-gen. De gecombineerde Grieks-Britse defensie was in geen enkel opzicht opgewassen tegen de numeriek grotere en zwaarder bewapende overmacht. Op 27 april 1941 viel Athene, waarna de As de Balkan beheerste en haar flank veilig had gesteld.
Het Oostfront
De strijd aan het Oostfront was het kernconflict van de oorlog in Europa, waar de twee grootste Europese mogendheden het verloop van de oorlog grotendeels bepaal-den.Het vloeide voort uit de ideologisch geïnspireerde expansiedrang v.h.Nationaal-Socialisme. De oorlog aan dit front was geen gewone imperialistische strijd om grondgebied of grondstoffen maar een existentiële worsteling op leven en dood, en werd door beide zijden ook zo ervaren. Toen in juli 1941 de oorlog gewonnen leek voor Duitsland, stelde Hitler daarom dat zowel de Russische krijgsgevangenen als de gewone bevolking moesten worden doodgehongerd. Mede hierdoor vielen in het Oosten de meeste slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 21 miljoen Russen en Polen lieten het leven: 20 procent van het Poolse volk en 10 procent van de Russische bevolking. Op 22 juni 1941 vielen meer dan 3 miljoen Duitse soldaten, bewapend met 3580 tanks, 7184 kanonnen en 2740 vliegtuigen de Sovjet-Unie binnen (Operatie Barbarossa). Hoewel het veel grotere Rode leger in totaal beschikte over bijna zes miljoen soldaten, 25.700 tanks en 18.700 vliegtuigen ontbeerde het de ervaring, training, mobiliteit en slagvaardigheid van de Wehrmacht. De Russische vliegtuigen waren merendeels verouderd en de troepen niet voorbereid. Hitler zat er niet heel ver naast toen hij vooraf zei: “we hoeven slechts de deur in te trappen en de hele verrotte boel stort in”. Incompetentie en tekortschietende logistieke onder-steuning completeerden het het beeld. De slechte leiding van het leger was in belangrijke mate toe te schrijven aan de grootschalige zuiveringen die Stalin eind jaren dertig o.a. in de legertop had doorgevoerd, waarschijnlijk nog aangewakkerd door activiteiten van de Duitse inlichtingendienst. Drie Duitse legergroepen drongen diep in Rusland door. Een Noordelijke aanvalsgolf richting Leningrad en de Baltische staten, een Zuidelijke naar de olievelden in de Kaukasus en de middelste moest Moskou
veroveren.De Duitsers wilden voor oktober 1941 alle gebieden ten Westen v.d.Wolga bezetten om de herfstmodder te vermijden. De Sovjets probeerden hun tegenstan-ders te pareren door een vruchteloze poging de Duitse moderne bewegingsoorlog te imiteren. Hele legers en pantserkorpsen werden door de Duitsers tegelijk om-singeld en vernietigd. In juli 1941 leek het erop dat Duitsland de oorlog had gewonnen en de Sovjet-Unie had verslagen. Door de enorme omvang v.h.Rode leger konden
echter steeds nieuwe troepen worden aangevoerd. De Wehrmacht bereikte weliswaar Leningrad, Moskou en Rostov, maar stagneerde in de herfstblubber, vroor vast in de Russische winter en werd geplaagd door inmiddels te lange aanvoerlijnen. Het eerste echte Russische tegenoffensief van december 1941 wierp legergroep Midden meer dan 100 kilometer terug. Het Duitse leger bleek vervolgens in de zomer van 1942 niet in staat op alle punten aan te vallen, maar behaalde aan het Zuidelijke front nog-maals spectaculaire successen. Sebastopol, Voronezj en een aantal olievelden in de Kaukasus werden veroverd. Het definitieve keerpunt ten gunste van het Rode Leger resulteerde uit Hitlers obsessie om Stalingrad te veroveren. Het zesde leger van Von Paulus marcheerde vanaf juli 1942 op richting Stalingrad, dat in een ruïneland-schap verd veranderd, maar slaagde er net niet in om het geheel te veroveren. Hierdoor waren de flanken echter uitermate zwak geworden, en met een grootscheeps tegenoffensief in november omsingelden de Sovjets het gehele 6e leger van zo’n 300.000 man, waarna het met totaal onvoldoende bevoorrading door de lucht gedoemd was. Op 2 februari 1943 gaven ca. 90.000 uitgehongerde en uitgeputte overlevenden zich over. Het daarop volgende Russische tegen-offensief werd pas honderden kilo-meters ten westen van Stalingrad tot staan gebracht. De Duitsers wisten tussen februari en maart 1943 zowaar Charkov te heroveren.Het was echter duidelijk dat de kwaliteit van het Rode Leger langzaam verbeterde. De Slag om Koersk in juli 1943 was de laatste grote aanval van de Duitsers en is nog steeds de grootste tankslag uit de geschiedenis. De Russen wisten echter ook hier de Duitsers te weerstaan. De Duitsers waren na Koersk niet meer in staat het initiatief te herwinnen, maar zij konden nog wel een tamelijk succesvolle defensieve strijd leveren en het zou dan ook nog bijna twee jaar duren voordat de Russen in Berlijn stonden. In de zomer van 1944 lan-ceerden zij operatie Bagration, die de Duitse legergroep Midden praktisch vernietigde, legergroep Noord afsneed van het moederland, en hun legers tot de poorten van Warschau bracht. In Maart 1945 lanceerden de Duitsers hun laatste grote offensief van de oorlog, nabij het Balatonmeer in Hongarije. Zij wisten wel zware verliezen toe te brengen, maar door de enorme Sovjet-Russische overmacht werden geen van de doelstellingen behaald. Bovendien werden hiervoor reserves ingezet die daardoor niet meer beschikbaar waren om de Sovjet-aanval vanuit Polen op Berlijn tegen te houden. De innames van Wenen en Praag luid.