top of page

Democratie is een bestuursvorm. Het Nederlandse woord[1] stamt af van de Griekse woorden δῆμος (dèmos), "volk" en κρατειν (kratein), "heersen, regeren" en betekent dus letterlijk "volksheerschappij". Dit houdt in dat het volk zelf stemt over de wetten, zoals in het oude Athene, of het volk verkiest vertegenwoordigers die de wetten maken, zoals in België en Nederland. In een democratie is de voltallige bevolking soeverein en is alle autoriteit gebaseerd op de (minstens theoretische) instemming van het volk. Deze bestuursvorm is geba-seerd op het menselijke gelijkheidsideaal.Als iedereen vrij en gelijk in rechten en plichten geboren is (zoals in het eerste artikel van de 

Universele Verklaring van de Rechten v.d.Mens staat) dan heeft ook niemand méér recht dan een ander om bepaalde wetten vast te stel-len of beslissingen te nemen. Het toepassen van die theorie in de politieke praktijk is vaak niet eenvoudig en kent vele aspecten. Zo stel-de De Tocqueville dat vrijheid en gelijkheid op gespannen voet met elkaar staan. Een te grote vrijheid gaat ten koste van de gelijkheid, maar andersom geldt hetzelfde. Ook waarschuwde hij voor de tirannie van de meerderheid. Niet alleen kunnen minderheden zo in de ver-drukking komen en hun toevlucht zoeken in geweld, ook de meerderheid zelf kan hier het slachtoffer van worden. Zakaria stelt dat in West-Europa de rechtsstaat en de bescherming van vrijheid voorafging aan verkiezingen waarbij het grootste deel van de bevolking is betrokken, waardoor een liberale democratie kon ontstaan. In landen waar deze bescherming ontbreekt, zou de kans groot zijn op een 

onvrije democratie.

Geschiedenis

De oudst bekende democratie was die van Clisthenes in Athene in de Griekse oudheid,hoewel die nog niet sterk leek op wat wij ons tegen-woordig bij het woord democratie voorstellen. Zo mochten vrouwen,slaven en metoiken (vreemdelingen, "medebewoners") in Athene niet meebeslissen.

Bestanddelen

Om van een democratisch proces te kunnen spreken, dienen de volgende 4 fundamentele elementen aanwezig te zijn:

  1. recht van initiatief;elke deelnemer moet vrij zijn om een initiatief te kunnen nemen en een wetsvoorstel of wetswijziging in te dienen;

  2. recht op spreken; elke deelnemer moet in gelijke mate de kans hebben de andere deelnemers te informeren en met hen van gedach-ten te wisselen over het voorstel dat ter tafel ligt;

  3. stemrecht; elke deelnemer moet de gelegenheid hebben een stem over het voorstel te kunnen uitbrengen. Een overeengekomen meer-derheid van de stemmen bepaalt of het voorstel al dan niet aangenomen wordt;

  4. gelijkheid; elke deelnemer dient gelijk te zijn aan een ander in het democratisch proces, zowel in deelneming tijdens het stemmen als-ook door gelijkwaardig vertegenwoordigd te zijn.

Voor elk van deze vier elementen kunnen specifieke richtlijnen gelden.

Definities

Democratie is onder meer:

  • Wij hebben een staatsvorm die niet een kopie is van de instellingen van onze naburen. In plaats van anderen na te bootsen, zijn wij juist een voorbeeld voor hen. Onze staatsvorm heet een democratie, omdat ze in handen is van velen en niet van enkelen. In persoon-lijke geschillen verzekeren onze wetten gelijk recht aan allen en de pu-blieke opinie eert een ieder die zich door iets onderscheidt in het openbare leven boven anderen, niet om de klasse, waartoe hij behoort, maar om zijn waarde alleen. Armoede is voor niemand die de staat van nut kan zijn een beletsel, hoe gering zijn aanzien ook is. (Perikles' lijkrede (Perikleous logos epitaphios) zoals ze is vastgelegd door Thoukydides, II 37.[2]
    Dit is mogelijk de oudst geattesteerde definitie van democratie.Deze was opgenomen in het eerste ontwerp van het Verdrag tot vast-stelling van een Grondwet voor Europa, maar werd door Ierland afgewezen (zeer tegen de zin van Griekenland en Cyprus).[3]

  • Het universele recht om deel te nemen aan de politieke macht, dat wil zeggen het recht van alle burgers om te stemmen en te partici-peren in de politiek. Een land is democratisch als het volk het recht heeft zijn eigen regering te kiezen in periodieke, geheime verkie-zingen met verschillende partijen op basis van algemeen en gelijk stemrecht voor volwassenen. (Francis Fukuyama)

  • Een staatsvorm waarin (een vertegenwoordiging van) het volk de hoogste macht heeft en een overwegende invloed heeft op het rege-ringsbeleid. (Instituut voor Publiek en Politiek)

  • Regering van het volk, door het volk, voor het volk. (Abraham Lincoln[4])

  • Een regering waar we zonder bloedvergieten van af kunnen - bijvoorbeeld via algemene verkiezingen; dat wil zeggen, de maatschappe-lijke instellingen leveren middelen waarmee de heersers kunnen worden afgezet door de overheersten, en de sociale tradities waar-borgen dat deze instellingen niet eenvoudig door de machthebbers zijn te vernietigen. (Karl Popper[5])

Voor een uitgebreide historische bloemlezing over wat vele denkers zoal onder "democratie" hebben verstaan: zie Arne Naess, Jens A. Christophersen & Kjell Kvalø Democracy, ideology and objectivity.[6]

Soorten democratie

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen vele vormen v.democratie.Sommige naties zoals Zweden kennen slechts een enkel huis van af-

gevaardigden. Anderen als Nederland hebben een huis van afgevaardigden en een senaat. Deze beide vormen komen voor zonder president (Denemarken met een huis en Italië met huis en senaat) dan wel met een president (Finland met een huis en Frankrijk met huis en senaat). Sommige naties hebben een kiessysteem dat voor een deel indirect is, waarbij niet de stemmers, maar de afgevaardigden een vertegen-woordiger kiezen. Zo kiezen in Duitsland de directgekozen afgevaardigden de indirectgekozen president. Een representatieve democra-tie is de term voor vertegenwoordigers die door middel v.e.selectieproces zijn gekozen. Dit is in de meeste Westerse landen het geval.

Directe democratie

Directe democratie is de oorspronkelijke vorm van democratie zoals gevonden bij de oude Grieken. Directe democratie is een vorm van beslissing waarbij de uitkomst door een meerderheid bepaald wordt. Dat kan handig zijn, maar ook tot een beslissingsproces leiden waar-bij de ene beslissing door de andere beslissing opgevolgd wordt zonder dat er voldoende over nagedacht is. Bij het begin van de 21e eeuw zijn verschillende methodes ontstaan waardoor iedereen kan stemmen via internet of gsm, wat een vorm van directe democratie is. Het is echter ook een vorm waarbij de meerderheid het voor het zeggen heeft en er het gevaar dreigt v.d.tirannie van de meerderheid. Directe democratie in de moderne betekenis van het woord duidt op instrumenten waarbij opnieuw de deelnemers direct de uitkomst beïnvloeden zonder de 'omwerking' v.e.parlement. Voorbeelden zijn het bindend referendum en het volksinitiatiefIn een systeem zonder vertegen-woordigers, zoals bijvoorbeeld aangehangen door Akiva Orr, is er geen rol weggelegd voor politieke partijen en een parlement. Rousseau 

was een groot voorstander van de directe democratie. De Volksvergadering is een vorm van directe democratie,die onder andere toege-past werd en wordt in Athene (de Ekklesia), Zwitserland (de Landsgemeinde), Noord-Amerika (de Town-meeting) en het voormalige Joe-goslavië (het bedrijfsradenstelsel). Volksraadplegingen en plebiscieten worden ook weleens tot vormen van directe democratie gerekend, maar door hun niet-bindende karakter behoren zij niet specifiek tot deze categorie.

Representatieve democratie

Representatieve democratie wordt ook wel parlementaire democratie genoemd. De representatieve democratie ontstond als praktische oplossing bij het groeien van het aantal mensen binnen de democratie: het was praktisch niet mogelijk dat iedereen direct over elk on-derwerp meebesliste. De meeste westerse democratieën zijn parlementaire en daarmee representatieve democratieën. Er zijn verschillen in kiesstelsels. Sommige landen verdelen zich in districten die elk een winnaar als afgevaardigde sturen,terwijl andere landen alle zetels rondom de tafel gelijkelijk verdelen naar de uitslag van de algehele uitslagen. In een representatieve democratie draagt het volk een aantal nauwkeurig gedefinieerde bevoegdheden voor een beperkte tijd over aan een aantal afgevaardigden, die het volk 'representeren' en de wil van het volk uitvoeren. Deze bevoegdheden bevinden zich onder andere op het terrein van de wetgevende macht. Na een aantal jaren worden nieuwe verkiezingen gehouden.Deze overdracht van macht dient nauwkeurig bewaakt te worden om te voorkomen dat de overdracht definitieve karaktertrekken krijgt. De reeds genoemde verkiezingen na een aantal jaren waarbij een afgevaardigde zijn be-voegdheden worden afgenomen, is hier een van. Vrij-heid van pers is een tweede. Elementen uit de directe democratie zoals een referen-dum kunnen ook een tegenwicht vormen.

Particratie

Een representatieve democratie waarin direct-democratische besluitvorming wordt bemoeilijkt is een particratie: de politieke partijen hebben de macht. Met uitzondering van Zwitserland zijn de Europese 'democratieën' particratieën. Particratie wordt vaak verward met de democratie. Een particratie komt voornamelijk tot uiting in de partij-discipline, waarbij in de praktijk alle verkozenen die behoren tot eenzelfde partij in het parlement over alle onderwerpen unaniem stemmen. Representatieve democratie is in alle landen waarin represen-tatieve democratie wordt toegepast geëvolueerd tot particratie. Michels noemde dit de ijzeren wet van de oligarchie. Deze wet stelt dat alle organisatievormen, onafhankelijk van het democratische of autocratische gehalte in het begin, onvermijdelijk oliga-chisch worden. Particratieën kunnen bijgevolg worden gezien als een vorm van misbruik van delegatie in representatieve democratie. Aangezien alle representatieve democratieën particratieën zijn geworden, worden beide termen als synoniemen van elkaar gebruikt. Waarom is dit een vorm van misbruik? Er zijn heel wat publicaties die de effi-ciëntie van representatieve democratie vergelijken met de efficiëntie van directe democratie. Bijvoorbeeld prof. Lars Feld in Duitsland, prof. Kirchgasser in Zwitserland en prof. Matsusaka in USA vergeleken de efficiëntie van re-presentatieve democratie en particratie door het vergelijken van de kosten van een bepaalde dienst als functie met de hoogte van de drempel voor het houden van een financieel referendum voor die dienst. Uit die gegevens blijkt dat hoe hoger de drempel is, hoe hoger de kosten van die dienst zijn.

Democratie en verkiezingen

Verkiezingen dienen altijd vrij te zijn. Hiervoor dienen verkiezingen aan een aantal voorwaarden te voldoen:

  • iedere volwassene moet kunnen stemmen: beperkingen waardoor belangrijke delen van de bevolking niet aan de verkiezingen kunnen deelnemen geven een uitslag die niet representatief is voor de wensen van de bevolking;

  • er moeten verschillende politieke partijen zijn waaruit gekozen kan worden: binnen een eenpartijstelsel is er geen garantie dat deze partij voldoende ruimte voor alle wensen uit de bevolking biedt;

  • de verkiezingen moeten geheim zijn: door de keuze van elke kiezer geheim te houden hoeft de kiezer geen vrees te koesteren voor maatregelen wanneer hij niet op de winnaar van de verkiezingen gestemd heeft;

  • de verschillende partijen moeten voldoende toegang tot de media hebben gehad: wanneer alleen de huidige regerende partij of coalitie mediaruimte krijgt, ontstaat een zeer ongebalanceerde situatie.

De Atheense democratie was overwegend een directe democratie. Er bestond een aantal magistraatsfuncties met aanzienlijke macht. Deze functies werden niet toegewezen door te kiezen, maar door te loten. Verkiezing zag men als oligarchisch, alleen met loting had elke burger een even grote kans een functie te bekleden. Er bestonden contro-les en mogelijkheden om iemand af te zetten, wanneer bleek dat een door loting gekozen magistraat zijn functie niet goed uitvoerde. Ook in Italiaanse stadstaten in de Middeleeuwen werd een deel van de magistraten door loting gekozen. Ook in later tijd (onder meer Jean-Jacques RousseauCharles de Montesquieu) werden verkiezingen met oligarchie geassocieerd. De laatste staat waar magistraten door loting werden gekozen (Venetië) hield in 1797 op te bestaan, en sindsdien is democratie altijd vormgegeven door middel van verkiezingen.Volgens sommige politicologen 

bevatten verkiezingen nog steeds een oligarchisch element.Kiezers zijn geneigd personen te kiezen die een of meer-dere eigenschappen vertonen, die als positief beschouwd worden en bovendien zeldzaam zijn. Verder zijn ze geneigd op mensen te stemmen die op een of andere manier opvallen, of bekend zijn. Hierdoor heeft niet iedere kandidaat a priori even veel kans om gekozen te worden. Verder zijn rijke personen, of personen met rijke bondgenoten, beter in staat een verkiezingscampagne te voeren en mensen te mobiliseren dan mensen die minder geld hebben.

Democratie en scheiding der machten

Een belangrijk, maar geen cruciaal kenmerk van een democratie is dat zij in haar instellingen en wetten vele uiteen-lopende waarborgen kent tegen een ongezonde machtsconcentratie. Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht kunnen worden onderscheiden. Dit staat bekend als de trias politica. De wetgevende macht wordt gevormd door het parlement. De uitvoerende macht wordt gevormd door de regering die de wetten ten uitvoer brengt in beleid. De rechterlijke macht moet de andere twee machten in evenwicht houden. Ze krijgt hiervoor een zeer onafhankelijke positie. In vele democratische staten is de band tussen wetgevende en uitvoerende macht sterker dan die tussen de rechterlijke macht en de andere twee. Oorspronkelijk kwam dit idee van de Franse baron de Montesquieu, en het past dan ook bij uitstek in een bestuurssysteem waar de macht in handen is van een elite. Door die elite in drie delen op te splitsen hoopte hij de vrijheid van het volk (dus door een soort verdeel en heers techniek) te beschermen.Ove-

rigens was de Montesquieu geen onvoorwaardelijke voorstander van democratie. Democratie (hieronder verstond hij directe democratie) zag hij als geschikt voor stadstaten; voor grotere territoriale staten gaf hij de voorkeur aan meer autocratische regeringsvormen. De pers wordt in democratische landen soms wel de vierde macht of vijfde macht genoemd vanwege haar cruciale rol bij het informeren van de burgers.

Democratie en het communisme

In sommige communistische geregeerde landen gebruikt(e) men het begrip democratie in de officiële naam, zoals de Duitse Democratische Republiek en de Democratische Volksrepubliek Korea. Als er al verkiezingen waren, werden deze in andere landen echter niet beschouwd als vrije verkiezingen. Soms werden verkiezingen uitgelegd als een be-dreiging, niet voor de leiders maar voor het volk. Bij verkiezingen hebben sommige individuen met slechte bedoelin-gen de mogelijkheid om zich kandidaat te stellen. Als deze kandidaat onverhoopt het volk achter zich krijgt en zo de macht grijpt kan hij het bestuur omverwerpen en alleenheersen in het nadeel van het volk. In theorie zou de leider dus nieuwe kandidaten moeten zoeken die het goed menen met het volk en dezelfde goede bedoelingen delen met de huidige leider. In veel landen worden de kandidaten dan ook vaak bij verkiezingen voorgedragen door de machtheb-bers, tegenkandidaten ontbreken en vaak wordt bijvoorbeeld het publiekelijk uitleg geven over hoe men tegen de gestelde kandidaten kan stemmen, bestraft. Tegen de voorgestelde kandidaat stemmen was in communistische lan-den van het voormalig Oostblok echter wel mogelijk.

Kritiek op democratie

In de loop der millennia zijn er veel tegenstanders van de democratie geweest. Zo was Plato tegenstander van de de-mocratie, omdat democratie volgens hem leidt tot dictatuur. In plaats daarvan stelde hij een regering v.e.verlichte filosoof-koning voor. Bovendien vinden sommigen dat een democratie niet voldoende de rechten van burgers kan ga-randeren. Een meerderheid van de bevolking kan immers instemmen met het schenden van die rechten. John Stuart Mill waarschuwde ook voor een 'Tirannie van de Meerderheid'.Vaak wordt de machtsovername in Duitsland door Hit-ler gebruikt als voorbeeld van de gevaren van democratie. Hitler kreeg echter van het parlement en van de bevol-king[7] - door manipulatie en intimidatie de benodigde tweederdemeerderheid voor zijn Ermächtigungsgesetz waar-

mee hij dictatoriale bevoegdheden verwierf. Uit dat parlement waren de communisten toen trouwens al (o.a. door ge-weld) verdreven. Volgens anderen leidt een democratie juist weer tot anarchie. Anarchie zal een tegenreactie oproe-pen: de behoefte aan wetten, en sterke sturing, een dictator. Verder menen sommigen dat het volk simpelweg te dom is om te regeren,en dat het bestuur beter overgelaten kan worden aan mensen die er verstand van hebben.Men-

sen die deze argumentatie gebruiken noemen democratie wel ochlocratie, regering door de massa. Ook op religieus gebied zijn er uitspraken gedaan tegen de democratie. Een voorbeeld is hiervan de uitspraak die ds.J.Lohuis deed bij zijn afscheidspreek in een PKN-gemeente in Scherpenisse: De overheid is Gods dienaresse, maar ik ben tegen een democratie. Het is mijn diepste overtuiging dat de democratie een uitvinding van de duivel is. We moeten immers door God geregeerd worden (Eendrachtbode).Een 'overvloed' aan democratie wordt door sommigen ook als nadelig gezien. De macht van de kiezer zou dan te ver doorgeschoten zijn en juist dit teveel aan democratie zou de demo-cratie in diskrediet brengen. Een voorbeeld hiervoor is de staat Californië in de Verenigde Staten, waar burgemees-ters, politiechefs en gouverneurs direct worden gekozen. Bovendien kan elke burger zelf een wetsvoorstel indienen, een wetswijziging voorstellen en zelfs een referendum uitschrijven om een bestuurder naar huis te sturen (een vorm van directe democratie). Dit kan tot gevolg hebben dat bestuurders constant bezig zijn met hun eigen populariteit en geen impopulaire keuzes meer durven te maken, ook al kunnen die van essentieel belang zijn. Een gevolg is dat er vooral beslissingen worden genomen met effect op de korte termijn, om zodoende de publieke opinie te kunnen beïn-vloeden. Een ander nadelig gevolg heeft te maken met het feit dat bij een referendum geen rekening hoeft worden te gehouden met afwegingen die bestuurders wel moeten maken. Er hoeft immers alleen maar 'voor' of 'tegen' ge-stemd te worden. Dit is een van de belangrijkste redenen dat veel Amerikaanse staten torenhoge schulden hebben opgebouwd. De Amerikaanse burgers vinden namelijk dat er meer geld moet worden vrijgemaakt voor publieke doelen (scholen, brandweer etc.) maar tegelijkertijd mag er niet meer belasting betaald worden. Wat er nu gebeurt, is dat er wetsvoorstellen (via referenda) ingediend worden, die de politiek dwingen meer geld uit te geven aan bijvoorbeeld scholen. Dit moet natuurlijk betaald worden zonder dat er meer belasting wordt geheven, wat ertoe leidt dat de schuldenlast alsmaar groeit. Een ander punt van kritiek op referenda is dat het argument dat de burger er meer macht door zou krijgen, in de praktijk lang niet altijd opgaat. Om referenda in te dienen moeten veel handtekeningen ingezameld worden, wat een dure bezigheid is. In de VS zijn het dus in plaats van individuele burgers vooral grote belangengroepen de referenda indienen; deze belangengroepen willen in het algemeen alleen hun particuliere belan-gen behartigen. Winston Churchill zei tegen critici van de democratie: Democracy is the worst form of government except for all those others that have been tried. (Democratie is de slechtste regeringsvorm, op alle andere metho-den die al geprobeerd zijn na).Hij was zelf ook geen onverdeeld voorstander gelet op zijn -even bekende- uitspraak: 

The best argument against democracy is a five-minute conversation with the average voter. (Het beste argument tegen democratie is een gesprek van vijf minuten met de gemiddelde kiezer.)

Democratie en mensenrechten

Volgens Hans-Hermann Hoppe in zijn boek "Democracy, The God that failed" zijn Democratie en mensenrechten 

nauw met elkaar verbonden. Democratie dient zich te beperken tot die onderwerpen die in de contractuele relatie van het individu met de maatschappij zijn overeengekomen. Bij gebrek aan een expliciet sociaal contract in de hui-dige samenleving worden de genomen beslissingen door een individu vaak gezien als een schending van wat deze per-soon meent dat de contractuele relatie is. Vandaar de definitie van democratie: "Democratie is twee wolven en een schaap die beslissen wat ze vanmiddag gaan eten".

Publiekekeuzetheorie

Publiekekeuzetheorie is een tak van de economie die het gedrag in de besluitvorming van kiezers,politici en ambtena-

ren bestudeert vanuit het perspectief van de economische theorie. Één bestudeerd probleem is dat elke kiezer wei-nig invloed heeft en derhalve een rationele onwetendheid kan hebben in politieke kwesties. Hierdoor kunnen lobby-groepensubsidies en voor hun gunstige reguleringen verwerven, die schadelijk kunnen zijn voor de samenleving. Het staat ter discussie of lobbygroepen meer of minder invloed hebben in een non-democratie.

E-democracy

De komst van Internet leidde tot veel speculatie over nieuwe vormen van directe democratie. Digitale gemeenschap-pen zouden als Griekse Agora kunnen functioneren, elektronisch stemmen kan misschien de gang naar de stembus overbodig maken (en zo hopelijk leiden tot een hogere opkomst), e-mailbombardementen zouden stakingen en demon-straties misschien overbodig maken. Maar privacykwestiesanonimiteit en digitale tweedeling leiden tot controverse in het e-democracydebat. Daarnaast is veel ophef ontstaan over de oncontroleerbaarheid van het digitale stemmen: het is op afstand niet mogelijk om te controleren of er sprake is van een "vrije keuze" achter de computer. Noch-tans is in landen met een zeer hoogstaande democratie, zoals Zwitserland,reeds jaren het schriftelijk stemmen voor iedereen ingevoerd zonder dat dit in de praktijk problemen geeft; in sommige opzichten is dit vergelijkbaar met stemmen via de computer thuis.

Zie ook

Noten

  1. Omhoog ↑ Het woord 'Democratie'

  2. Omhoog ↑ Thoukydides heeft verscheidene toespraken neergeschreven die hij toeschrijft aan Perikles, maar hij erkent het volgende: « Wat de redevoeringen betreft, die de sprekers ieder hebben gehouden vlak voor of gedurende de oorlog, het was moeilijk het gesprokene precies te onthouden, zowel voor mij wat ik zelf heb aan-gehoord als voor de anderen die mij verslag uitbrachten. Wat naar mijn mening ieder in de gegeven omstandig-heden ongeveer moest zeggen, dat is door mij gegeven, terwijl ik mij zo dicht mogelijk hield aan de algemene strekking van het werkelijk gesprokene. » (trad. M.A. Schwartz), 2003 (= 1964).)

  3. Omhoog ↑ P. Reynolds, EU constitution: The endgame?, news.bbc.co.uk (16/06/2004).

  4. Omhoog ↑ Gettysburg Address (19 november 1863).

  5. Omhoog ↑ "...governments of which we can get rid without bloodshed—for example by ways of general elections; that is to say, the social institutions provide means by which the rulers may be dismissed by the ruled, and the social traditions ensure that these institutions will not easily be destroyed by those who are in power."K.Popper, The Open Society and Its Enemies, Princeton University Press, 1992, p. 124

  6. Omhoog ↑ Arne Naess, Jens A. Christophersen & Kjell Kvalø Democracy, ideology and objectivity - studies in the semantics and cognitive analysis of ideological controversy, uitg. Oslo University Press, Oslo (1956); appendix I Chronological list of definitoid statements on "democracy", pp. 276-335.

  7. Omhoog ↑ "Het merendeel van de bevolking stemde in met het geweld en de onderdrukking. De 'noodverorde-ning' die alle persoonlijke vrijheden afnam, en die het dictatorschap van Hitler weer een flink stuk dichterbij bracht, viel een warm onthaal ten deel." I.Kershaw, Hitler, deel 1, blz. 596

bottom of page