top of page

De volgende visionaire leiders gaven de aanzet tot het ontstaan van de Europese Unie zoals we die nu kennen. Zonder hun energie en motiva-tie zouden we nu niet in het vreedzame en stabiele klimaat leven dat we zo vanzelfsprekend vinden. De grondleggers vormden een gevarieer-de groep mensen,van verzetsstrijders tot advocaten, die allemaal dezelfde idealen hadden: een vreedzaam, verenigd en welvarend Europa. 

Naast de grondleggers die hieronder worden beschreven, hebben vele anderen onvermoeibaar aan het Europese project gewerkt en het ge-stimuleerd. Dit deel over de grondleggers is dan ook constant in ontwikkeling.

1945 - 1959

Een vreedzaam Europa – het begin van de samenwerking

De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog. Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede. De zes oprichtende landen zijn België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. De jaren '50 worden overheerst door een koude oorlog tussen Oost en West. In 1956 wordt de Hongaarse opstand tegen het communistische regime neergeslagen door Sovjettanks. Een jaar later, in 1957, wordt de Europese Economische Gemeenschap (EEG), of "gemeenschappelijke markt" opgericht door het Verdrag van Rome.

1960 - 1969

Een periode van economische groei

In de jaren '60 komt de economie tot bloei, mede doordat de EEG-landen geen douanerechten meer heffen bij de onderlinge handel. Zij wor-den het er ook over eens samen de voedselproductie te controleren zodat er genoeg te eten is voor iedereen.Al snel is er zelfs een overpro-ductie in de landbouw.In mei 1968 breken er studentenrellen uit in Parijs. Vele veranderingen in maatschappij en gewoonten worden verbon-den met de zogenaamde generatie van '68.

1970 - 1979

Een groeiende gemeenschap – de eerste uitbreiding

Op 1 januari 1973 treden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk toe, waardoor het aantal lidstaten op negen komt. De korte, maar heftige Arabisch-Israëlische oorlog van oktober 1973 leidt tot een energiecrisis en economische problemen in Europa. De laatste rechtse dictaturen in West-Europa komen ten val: het Salazar-regime in Portugal wordt in 1974 omvergeworpen en in Spanje sterft generaal Franco in 1975. In het kader van het Europees regionaal beleid worden grote sommen geld overgedragen om werkgelegenheid en infrastructuur te creëren in armere streken. Het Europees Parlement krijgt meer invloed en in 1979 kunnen alle burgers voor het eerst de parlementsleden rechtstreeks kiezen. In de jaren '70 wordt ook de strijd tegen de milieuvervuiling opgevoerd. De EU stelt regels vast om het milieu te be-schermen en voert het beginsel van "de vervuiler betaalt" in.

1980 - 1989

Europa verandert – de val van de Berlijnse muur

De Poolse vakbond Solidarność en de leider ervan, Lech Wałęsa, worden na de stakingen bij de scheepswerven van Gdańsk bekend in heel Eu-ropa en ver daarbuiten. In 1981 wordt Griekenland de 10e lidstaat. Spanje en Portugal volgen vijf jaar later. In 1986 wordt de Europese Akte ondertekend. Dit verdrag vormt de grondslag voor een ambitieus zesjarenprogramma om de problemen bij het vrij handelsverkeer tussen de lidstaten op te lossen en zo de "interne markt" te vormen. De politieke situatie verandert ingrijpend wanneer op 9 november 1989 de Ber-lijnse Muur valt. Voor het eerst in 28 jaar wordt de grens tussen Oost- en West-Duitsland opengesteld. Dit leidt uiteindelijk tot de hereniging van Duitsland in oktober 1990.

1990 - 1999

Een Europa zonder grenzen

Door de ineenstorting van het communisme in Midden- en Oost-Europa worden alle Europeanen nauwer bij elkaar betrokken. In 1993 wordt de interne markt voltooid met de vier vrijheden: vrij verkeer van goederen, diensten, personen en geld. In de jaren '90 worden twee belang-rijke verdragen gesloten: het Verdrag v. Maastricht betreffende de Europese Unie in 1993 en het Verdrag v. Amsterdam in 1999. De bevol-king maakt zich zorgen over het milieu en over de Europese samenwerking bij kwesties van veiligheid en defensie. In 1995 krijgt de EU er nog drie nieuwe leden bij: Oostenrijk, Finland en Zweden. Dankzij de Schengen-akkoorden, genoemd naar een klein dorp in Luxemburg, kun-nen mensen stilaan reizen zonder paspoortcontrole aan de grenzen. Miljoenen jongeren studeren met EU-steun in het buitenland. Communi-catie wordt makkelijker doordat alsmaar meer mensen mobiele telefoons en internet gaan gebruiken.

2000 - 2009

Verdere uitbreiding

De euro wordt de nieuwe munteenheid voor vele Europeanen. En naarmate het decennium vordert, wordt de euro in steeds meer landen inge-voerd. 11 september 2001 staat in ons geheugen gegrift als de dag waarop gekaapte vliegtuigen zich in een aantal markante gebouwen in New York en Washington boren, waarna de "War on Terror" begint.De EU-landen beginnen nauwer samen te werken om de criminaliteit te bestrij-

den. De politieke verdeling tussen Oost- en West-Europa wordt eindelijk opgeheven met de toetreding van niet minder dan tien landen tot de EU in 2004, gevolgd door Bulgarije en Roemenië in 2007. Een financiële crisis treft de wereldeconomie in september 2008. Het Verdrag van Lissabon wordt door alle landen geratificeerd en treedt op 1 december 2009 in werking. Met het verdrag krijgt de EU modernere instellin-gen en efficiëntere werkmethoden.

2010 – nu

Een decennium van uitdagingen

De wereldwijde economische crisis slaat hard toe in Europa. De EU helpt tal van landen hun problemen te boven te komen. De Bankenunie gaat van start om het bankenstelsel robuuster en betrouwbaarder te maken. In december 2012 krijgt de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede. Het jaar daarop, in 2013, wordt Kroatië de 28e lidstaat van de Europese Unie Klimaatverandering staat nog steeds bovenaan de agen-da en de Europese leiders maken afspraken over de beperking van schadelijke emissies. In 2014 zijn er Europese verkiezingen en krijgen de eurosceptici er zetels bij in het Europees Parlement. Na de annexatie v.d.Krim door Rusland wordt er een nieuw veiligheidsbeleid ontwikkeld. Het religieus extremisme in het Midden-Oosten en andere landen en regio's rukt op, met groeiende onrust en oorlogen tot gevolg waardoor velen huis en haard moeten verlaten en hun toevlucht in Europa zoeken. De EU staat niet alleen voor het dilemma hoe zij deze vluchtelingen-crisis moet oplossen, maar wordt ook zelf het doelwit van terroristische aanslagen.

bottom of page