top of page

De oorlog in Vietnam of Tweede Indochinese Oorlog, in het Westen meestal aangeduid als Vietnamoorlog en binnen Viet-nam Amerikaanse Oorlog genoemd, was een oorlog tussen het op de Verenigde Staten georiënteerde Zuid-Vietnam en het op de Sovjet-Unie en China georiënteerde Noord-Vietnam. De oorlog volgde op de Eerste Indochinese Oorlog (in Vietnam 'Franse Oorlog' genoemd) en duurde van 1 november 1955 tot 30 april 1975.De strijd speelde zich voornamelijk af in Viet-

nam, hoewel er ook gevochten werd in de grensgebieden van Laos (Laotiaanse Burgeroorlog) en Cambodja (Cambodjaanse Burgeroorlog).

Franse oorlog

Het bombardement van de havenstad Hải Phòng (Tonkin) op 23 november 1946 door Franse oorlogsschepen wordt als het begin van de Vietnamoorlog beschouwd. Het toenmalige Vietnam was onderdeel van de Unie van Indochina, een kolonie van

Frankrijk. In december 1946 trok de Vietminh, een bevrijdingingsleger van Vietnam onder leiding van Hồ Chí Minh, zich terug vanuit Hanoi. De VS steunden Frankrijk in het geheim omdat de Vietminh onder communistische invloed stond. Een tweede reden was dat Frankrijk tijdens de Koude Oorlog een belangrijke bondgenoot was van de VS. De Eerste Indochi-nese Oorlog duurde formeel tot 1 augustus 1954. De strijd was echter al gestreden op 7 mei 1954, toen de Fransen een zware nederlaag leden in de Slag bij Điện Biên Phủ. Frankrijk en de Vietminh sloten een onmiddellijke wapenstilstand. In juli 1954 werden de Akkoorden van Genève gesloten. Om te voorkomen dat Hồ Chí Minh in heel Vietnam de baas zou wor-den, werd het land tijdelijk in tweeën gedeeld. Hồ Chí Minh werd de leider van het noordelijke deel.

Akkoorden van Genève

Uiteindelijk werd in Genève het volgende afgesproken:

  1. Vietnam wordt tijdelijk verdeeld in twee delen, met de 17e breedtegraad noord als grens.

  2. Geen van beide delen mocht zich aansluiten bij militaire bondgenootschappen of een militaire basis van een ander land op zijn grondgebied toelaten.

  3. In juli 1956 zouden nationale verkiezingen worden gehouden, waarna de twee delen binnen twee jaar herenigd zouden worden.

De akkoorden werden niet door de Verenigde Staten en de regering van Zuid-Vietnam getekend. Zij waren officieel geen partij op de conventie. Een internationale commissie bestaande uit vertegenwoordigers van PolenCanada en India werd

aangesteld om toezicht te houden op de naleving van de akkoorden.

Na de akkoorden

De eerste bepaling hield in dat Frankrijk en Zuid-Vietnam hun troepen uit Noord-Vietnam terugtrokken.De Vietminh moest

aanzienlijke delen in het zuiden verlaten. Er vertrokken zo'n 130.000 Vietminhstrijders en hun familieleden naar Noord-Vietnam om daar een communistische staat op te bouwen. Noord-Vietnam wilde een zo snel mogelijke hereniging met Zuid-Vietnam. Hoofdstad van Noord-Vietnam werd Hanoi. In omgekeerde richting vertrokken bijna een miljoen Noord-Vietna-mezen naar Zuid-Vietnam, alwaar een autoritair regime tot stand kwam, gericht op de westerse wereld en gesteund door de Verenigde Staten. Ook kwam er een demarcatielijn ter hoogte v.d.17e breedtegraad (zie DMZ Vietnam). De Verenigde Staten wilden geen snelle samenvoeging van beide landen, omdat ze vreesden dat dan ook het zuiden communistisch zou worden. Hoofdstad van Zuid-Vietnam werd Saigon.

Verkiezingen

Lijst van keizers van Vietnam

Hồng Bàng dynastie (2879 - 258 v. Chr.)
An Duong Vuong (257 - 207 v. Chr.)
Trieu-dynastie (207 - 111 v. Chr.)

Eerste Chinese overheersing (111 v. Chr. - 39)

Thi Sach (39)

Trung-rebellie (40 - 43)

Tweede Chinese overheersing (43 - 544)

Vroegere Ly-dynastie & Trieu Viet Vuong (544 - 602)

Derde Chinese overheersing (602 - 905)

Tự Chủ (905 - 938)

Ngo-dynastie (939 - 967)

Opstand van 12 heren (966 - 968)

Đinh-dynastie (968 - 980)

Vroegere Le-dynastie (980 - 1009)

Ly-dynastie (1009 - 1225)

Tran-dynastie (1225 - 1400)

Ho-dynastie (1400 - 1407)

Vierde Chinese overheersing (1407 - 1427)

Latere Tran-dynastie (1407 - 1413)

Latere Le-dynastie (eerste Le, 1418 - 1527)

Mac-dynastie (1527 - 1592)

Latere Le-dynastie (gerestaureerd, 1533 - 1788)

Trinh-heren (1545 - 1787)

Nguyen-heren (1558 - 1777)

Trinh-Nguyen-conflict (1627 - 1673)

Tay Son-periode (1778 - 1802)

Nguyen-dynastie (1802 - 1945)

Unie van Indochina (1887 - 1954)

Democratische Republiek Vietnam(1945 - 1976)

Staat Vietnam (1949 - 1955)

Republiek Vietnam (1955 - 1975)

Republiek Zuid-Vietnam (1969-1976)

Socialistische Republiek Vietnam(vanaf 1976)

Vietnamoorlog

Voor de Vietminh was de verdeling ongunstig. Ze moest alle gebieden in Zuid-Vietnam opgeven. Ze stemden in met de ak-koorden omdat ze verwachtten de nationale verkiezingen in 1956, die waren overeengekomen in de Akkoorden van Genève, te zullen winnen. Ook de Amerikaanse regering vermoedde dat bij eerlijke verkiezingen de communistische Ho Chi Minh de verkiezingen zou winnen. Dit zou voor de Verenigde Staten een behoorlijk gezichtsverlies opleveren. Daarnaast wilden de Amerikanen een buffer tegen het in de regio oprukkende communisme.Daarop besloten de Verenigde Staten en Zuid-Viet-nam de nationale verkiezingen in Vietnam tegen te houden. Als officiële reden daarvoor gaven zij op dat in Noord-Vietnam onmogelijk eerlijke verkiezingen gehouden konden worden. Ook andere communistische staten besloten om niet op de ver-kiezingen aan te dringen. Voor de Sovjet-Unie was de situatie in Vietnam het niet waard de relatie met de Verenigde Sta-ten op scherp te stellen. China had geen haast met de vereniging van Vietnam. China vreesde een verdere expansie van Vietnam bij een communistische overwinning richting Laos en Cambodja (in 1979 werd Cambodja daadwerkelijk door Viet-nam veroverd).

Amerikaanse oorlog

Er ontstond in 1957 een oorlog in Zuid-Vietnam tussen de door Noord-Vietnam gesteunde Vietcong en het door de Vere-

nigde Staten gesteunde Zuid-Vietnamese bewind. De Verenigde Staten steunden Ngô Đình Diệm (1901-1963), de dictator 

v.d.Republiek Vietnam (Zuid-Vietnam), in de hoop een levensvatbaar, kapitalistisch Zuid-Vietnam te creëren. Er werd een coalitie gevormd met Zuid-Korea (financieel en militair gesteund door de VS),Thailand, Australië, Nieuw-Zeeland en de 

Filipijnen, om zo tegen het communistische Noord-Vietnam te strijden. Opmerkelijk genoeg deden het Verenigd Koninkrijk 

en Canada niet mee aan de oorlog, hoewel zij wel samen met de VS de Koude Oorlog voerden. De VS verleenden Zuid-Viet-nam steeds meer steun;in eerste instantie met'adviseurs',maar later steeds meer met wapens en daarna ook manschappen.

Het Regime onder Ngô Đình Diệm

De Zuid-Vietnamese bevolking had gemengde gevoelens bij de intocht van Ngô Đình Diệm in juni '54. De nieuwe Zuid-Viet-namese leider had namelijk een verleden als minister onder het koloniale bestuur van de Fransen. De Amerikanen vonden hem echter geschikt vanwege het feit dat hij fel anticommunist was. Ngô Đình Diệm was een diepgelovig katholiek, afkom-stig uit de inheemse bestuurlijke elite. De Verenigde Staten gaven miljarden dollars aan economische en militaire steun aan Zuid-Vietnam, Ngô gebruikte het geld echter om een politiestaat op te bouwen. Hij trok alle macht naar zich toe, be-noemde familieleden op hoge posities en bevoordeelde de katholieke minderheid. De corruptie onder zijn bewind vierde hoogtij. Het regime onderhield goede banden met de rijke landheren, maar deed niets aan de ongelijke verdeling van de grond en de armoede. De Vietcong won ondertussen de steun van arme boeren door in de "bevrijde gebieden" de grond on-der hen te verdelen. Hoewel driekwart van de bevolking boeddhist was, was de macht in katholieke handen en werden 

boeddhisten gediscrimineerd. Op 8 mei 1963, de 2527ste geboortedag van Boeddha, sloeg de vlam volledig in de pan. Ngô's troepen openden die dag in de havenstad Huế het vuur op boeddhisten die protesteerden tegen het verbod om Boeddha's geboortedag met vlagvertoon te vieren. Vervolgens braken in alle grote steden rellen uit. Het regime reageerde met kei-harde repressie. De demonstraties werden echter alleen maar heftiger en wonnen nu ook steun van katholieke studenten en intellectuelen. Het protest bereikte een dramatisch hoogtepunt toen een boeddhistische monnik zich in Saigon op een druk kruispunt vrijwillig in brand stak. Door dit proces drong tot de Amerikanen door dat Ngô maar beter kon verdwijnen. Ontevreden Zuid-Vietnamese generaals kregen v.d.CIA te horen dat Amerika geen bezwaar zou maken tegen een geslaagde staatsgreep. Opstandige legereenheden bezetten op 1 november 1963 de belangrijkste punten van Saigon en Ngô sloeg op de vlucht. De volgende dag nam Ngô contact op met de leider van de staatsgreep. Ngô werd een veilige aftocht beloofd, maar werd op weg naar het vliegveld in een pantserwagen vermoord.

Het Tonkin-incident

Sinds de val van Ngô was de Vietcong aan een snelle opmars bezig. Johnson probeerde in 1964 het congres ertoe te bren-gen hem onbeperkte bevoegdheden te geven voor militair optreden. Hij zou die echter alleen krijgen als er zich een dui-delijk voorbeeld van Noord-Vietnamese agressie tegenover de Amerikanen zou voordoen. Op 2 augustus 1964 bracht het 

Tonkin-incident hiervoor uitkomst. Voor de kust van Noord-Vietnam werd een Amerikaanse torpedobootjager aangevallen door Noord-Vietnamese torpedoboten. Het schip liep nauwelijks schade op, maar het incident zorgde in Washington voor grote opwinding. Johnson besloot direct nog een torpedobootjager naar de Golf van Tonkin te sturen.Twee dagen later be-richtte de Amerikaanse regering dat ook die torpedobootjager werd aangevallen, een incident dat in werkelijkheid nooit had plaatsgevonden.[1] Hiermee was volgens de Amerikaanse regering bewezen dat Noord-Vietnam zich schuldig maakte aan agressie. In dezelfde week van het Tonkin-incident nam het Congres met slechts twee tegenstemmers de Tonkin-reso-lutie aan waarmee Johnson alle noodzakelijke maatregelen mocht nemen om elke gewapende aanval tegen de Amerikaanse strijdkrachten te vergelden en verdere agressie te voorkomen. Later bleek dat de Amerikaanse regering het eerste inci-dent waarschijnlijk had uitgelokt en dat het tweede incident nooit heeft plaatsgevonden.[1]

De oorlog op zijn hoogtepunt

Onder de regering-Kennedy (1961-1963) en -Johnson (1963-1968) werd de Amerikaanse hulp voortdurend opgevoerd, tot zich 543.400 Amerikaanse soldaten bevonden in Vietnam (in april 1969). Ondanks grootscheepse bombardementen en ge-bruik v. chemische middelen (zoals het ontbladeringsmiddel Agent Orange) en napalm wisten de Zuid-Vietnamese en Ame-rikaanse troepen de op het platteland zeer populaire Vietcong niet onder controle te krijgen. Na het Tet-offensief in 

1968 besloot de regering-Nixon (1969-1974) onder druk van de publieke opinie tot geleidelijke terugtrekking van de Ame-rikaanse troepen. Deze geleidelijke terugtrekking was ook het gevolg van een toenemende demotivatie onder de soldaten van het Amerikaanse leger die het gevoel hadden dat de Zuid-Vietnamezen het vechten aan de Amerikanen overlieten.

Terugtrekking VS

Op 27 januari '73 werden de Parijse Akkoorden ondertekend.Deze akkoorden bepaalden dat Noord-Vietnam en Zuid-Viet-

nam door middel van vrije verkiezingen herenigd zouden worden en dat de Amerikaanse troepen binnen 60 dagen het land uit moesten. De Noord-Vietnamese troepen mochten wel in Zuid-Vietnam blijven. De Verenigde Staten trokken zich snel terug omdat het Congres de geldkraan had dichtgedraaid.Het Zuid-Vietnamese bewind van Nguyen Van Thieu (1924-2001) werd vervolgens door Noord-Vietnam onder de voet gelopen. Generaal Võ Nguyên Giáp had de leiding over deze aanval. Giáp was een succesvolle generaal die ook het brein was achter de Slag bij Điện Biên Phủ en het Tet-offensief. Deze keer koos hij voor een simpele tactiek. De slag om Saigon op 30 april 1975 won Giáp dan ook 'gewoon' door op te rukken met Sovjet-tanks. De Amerikanen probeerden nog te redden wat er te redden viel; vanuit de Amerikaanse ambassade werden nood-vluchten gearrangeerd om hun personeel en belangrijke vertegenwoordigers te redden.Er was echter zoveel materieel aan-wezig dat dat niet allemaal tegelijk verscheept kon worden.Om te voorkomen dat technisch materieel in handen v.d.Noord-

Vietnamezen zou vallen, werden vliegtuigen en helikopters van vliegdekschepen in zee geloosd.

Vrede

Gevolgen voor Vietnam

Noord- en Zuid-Vietnam werden herenigd en in juli 1976 werd de Socialistische Republiek Vietnam uitgeroepen. De hoofd-stad werd Hanoi. Saigon werd omgedoopt tot Ho Chi Minhstad. De Vietnamoorlog heeft aan circa 2,5 miljoen Vietnamezen van beide partijen het leven gekost en grootscheepse schade toegebracht aan het land. Veel Vietnamezen raakten op gru-welijke wijze verwond door onder andere het gebruik v. chemische middelen (zoals Agent Orange en napalm) door de Ame-rikanen. Daarbij komt dat nakomelingen v.de Vietnamezen die in de met chemische middelen bestookte gebieden leefden,

nog steeds (klein-)kinderen krijgen die lichamelijk gehandicapt worden geboren. De chemische middelen hebben het DNA 

van de bevolking aangetast. Sommige delen van het land zijn nog onbruikbaar vanwege de chemische wapens die in de grond zitten en overal liggen nog delen van vliegtuigen, helikopters, tanks en blindgangers; bommen, granaten en mijnen, die des-tijds niet afgegaan zijn. Na de val van Zuid-Vietnam ontstond er een grote stroom bootvluchtelingen die bang waren voor het nieuwe regime. Alle Zuid-Vietnamezen en zelfs sympathisanten voor het noorden uit het zuiden werden zonder pardon uit hun arbeidsfunctie ontheven en op straat gezet. Paspoorten van Zuid-Vietnamezen waren niet meer geldig en reizen werd dus onmogelijk.

Staatsschuld

Na de oorlog had het nieuwe Vietnam een grote staatsschuld aan China en de toenmalige Sovjet-Unie (nu Rusland). Die schuld wordt tot op de dag van vandaag afbetaald. Daarnaast kampte Vietnam met zware handelsbelemmeringen die door onder andere Amerika werden opgelegd. Hierdoor was het economische herstel van het land erg moeilijk. Vanaf 1993 blok-keerden de VS niet langer internationale hulp aan Vietnam, in 1994 hieven ze het handelsembargo op en in 1995 gingen de VS diplomatieke betrekkingen aan met Vietnam.

Gevolgen voor de VS

58.226 Amerikanen sneuvelden of raakten vermist. Amerikaanse oorlogsveteranen uit die oorlog kampen met fysieke en psychische problemen. Lichamelijke problemen zijn niet altijd afkomstig van direct letsel. De Amerikanen,die gewerkt heb-ben met de chemische middelen als eerder genoemd,kampen met dezelfde problemen als de Vietnamezen, dus ook de daar-opvolgende generaties. Geestelijk letsel wordt mede veroorzaakt doordat de teruggekeerde soldaten weliswaar als helden vertrokken, maar niet als helden werden binnengehaald. De publieke opinie was gedurende de oorlog 180 graden gedraaid. Het verliezen van de oorlog in Vietnam (en vooral de manier waarop) gaf de Amerikanen tevens het gevoel dat hun macht tanende was en dat strijd op buitenlands grondgebied zo veel mogelijk beperkt was. Elke strijd die Amerika na Vietnam aanging werd ook vergeleken met die oorlog.

Verwerking en Hollywood

Vanaf de jaren zeventig werden er films en televisieseries gemaakt over de oorlog, waarin de verwerking van het trauma een centrale plaats innam. Opvallend is dat zelfs hier de Amerikanen niet eensgezind zijn. Zo laten de film We Were Sol-diers en de televisieserie Tour of Duty het beeld zien v.d.heldhaftige Amerikaanse soldaat, terwijl Platoon en Born on the

Fourth of July meer focussen op de pijn. Coming Home geeft de gevolgen van de oorlog aan het thuisfront weer. The Deer Hunter laat zien hoe personen kunnen veranderen na oorlogshandelingen en krijgsgevangenkampen.Apocalypse Now en Pla-

toon worden wel gezien als de definitieve films over deze oorlog. Apocalypse Now (een van de weinige films waarin wordt gesproken over geheime missies in Cambodja) geeft zonder partij te kiezen de waanzin van oorlogen in het algemeen aan (het citaat The horror! is ontleend aan de roman Heart of Darkness (1899) van Joseph Conrad). Platoon toont ondubbelzin-nig het proces van morele verwording dat militairen in een oorlog ondergaan: fatsoenlijke mannen maken zich in het veld ondergeschikt aan criminelen, vaak lager in rang, die minder moeite hebben met de wrede beslissingen die noodzakelijk zijn of lijken te zijn. De film Full Metal Jacket geeft in het eerste deel de sterk theoretische kant van deze oorlog weer, in het tweede deel volgt de praktijk, die in het geheel niet aansluit bij de opleiding. De Vietnamese kant van deze langdurige oorlog is, voor zover bekend, nooit verfilmd door Hollywood alhoewel Oliver Stones Heaven & Earth hier toch een poging toe waagt. In de documentaire The Fog of War reflecteert voormalig minister van defensie van de Verenigde Staten Ro-

bert McNamara op de Vietnamoorlog. Hij refereert aan een bijeenkomst jaren na de oorlog waar het verschil in inzicht tussen de strijdende partijen naar voren komt. De Noord-Vietnamezen vergeleken de Amerikanen met de koloniale mo-gendheid Frankrijk. McNamara: 'Wij zagen Vietnam als een onderdeel van de Koude Oorlog. Niet zoals zij het zagen: een burgeroorlog.'

Gedenkteken

In 1982 werd in Washington het Vietnam Veterans Memorial onthuld. Het monument bestaat uit een granieten muur met

daarop de namen van alle gesneuvelde Amerikaanse soldaten. Op diverse andere locaties, binnen en buiten de VS,zijn monu-

menten voor deze oorlog opgericht.

Zie ook

bottom of page