Jean Luc Joseph Marie Dehaene[1] uitspraak (info/uitleg) (Montpellier, 7 augustus 1940–Quimper, 15 mei 2014) was van 1992 tot 1999 premier van België. Hij was lid van de toenmalige CVP (nu CD&V). Onder zijn regering werd België een volwaardige federale staat. Dehaene leidde twee coalitieregeringen met de socialisten en bekleedde verschillen-de ministerposten voor hij in 1992 eerste minister werd. Van 2000 tot 2007 was hij burgemeester van Vilvoorde. In 2002 werd hij voorgedragen als vicevoorzitter van de Europese Conventie.
Levensloop
Jeugd en vroege carrière
Dehaene werd in Montpellier (Fran.) geboren in 1940 als zoon van een Brugse arts. Datzelfde jaar keerde hij echter terug naar Brugge, waar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbracht. Dehaene doorliep gedeeltelijk de klassieke humaniora aan het door de paters jezuïeten geleide Sint-Jozefscollege te Aalst.Aan de universiteiten van Namen en
Leuven behaalde Dehaene de diploma's licentiaat in de Rechten en Llcentiaat in de Economie. Hij was gedurende zijn jeugd actief bij de Chiro, het Olivaint Genootschap van België en de scouts en was tussen 1963 en 1967 verbonds-commissaris van het Vlaams Verbond van Katholieke Scouts. Hij zou er later meermaals op wijzen dat scouting voor hem een belangrijke leerschool betekende. In 1965 verhuisde hij naar Sint-Jans-Molenbeek in Brussel, waar hij huw-de met Celie Verbeke en werd vader van vier kinderen, met later zoon Tom Dehaene als politicus. Enkele jaren later verhuisde Dehaene naar Vilvoorde.
De lange weg naar de toppolitiek
Jean-Luc Dehaene maakte zijn opgang in de politiek via de partijcenakels van de voormalige CVP, het huidige CD&V. Van 1965 tot 1972 werkte hij bij de studiedienst van het ACW, de koepelorganisatie van de Belgische christelijke arbeidersbeweging, en van 1967 tot 1971 was hij nationaal ondervoorzitter van de CVP-jongeren, waarna hij van 1972 tot 2014 lid was van het partijbestuur van CVP en daarna CD&V. Tevens was hij van 1977 tot 1981 OCMW-raadslid van Vilvoorde, van 1977 tot 1981 voorzitter van de CVP-afdeling van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en van 1971 tot 2000 voorzitter van de CVP-afdeling van Vilvoorde. Vanaf 1971 werkte Dehaene op meerdere ministe-riële kabinetten: van 1971 tot 1974 was hij kabinetsadviseur van minister v. Openbare Werken en minister v. Volks-gezondheid Jos De Saeger,van 1974 tot 1977 was hij kabinetschef v. ministers v.Economische Zaken André Oleffe
en Fernand Herman, van 1977 tot 1979 was hij kabinetschef v. minister v. Vlaamse Aangelegenheden Rika De Backer, van 1979 tot april 1981 was hij kabinetschef van eerste minister Wilfried Martens en van april tot december 1981 was hij kabinetschef van minister van Institutionele Hervormingen Jos Chabert. Als kabinetsmedewerker leerde Jean-Luc Dehaene de spelregels van de macht kennen en vormde hij de netwerken die later een belangrijke rol zou-den spelen in zijn vermogen om politieke crisissen op te lossen. Zijn stevige dossierkennis en intelligentie deden zijn invloed snel stijgen en in 1981 werd hij minister van Sociale en Institutionele Zaken, een mandaat dat hij behield tot in 1988. In 1982 werd hij eveneens als gecoöpteerd senator lid van de Belgische Senaat, wat hij bleef tot in 1987. Vervolgens zetelde hij van 1987 tot 1995 voor het arrondissement Brussel in de Kamer v. Volksvertegenwoordigers. Door het toen bestaande dubbelmandaat zetelde hij van 1988 tot 1995 eveneens in de Vlaamse Raad.
Sire, geef me honderd dagen
Vanaf augustus 1987 maakte België één van de moeilijkste politieke crisissen uit de naoorlogse geschiedenis mee. De splijtzwam was de zaak Happart, die Franstaligen en Nederlandstaligen lijnrecht tegenover elkaar zette en op 19 oktober 1987 tot de val v.d.regering-Martens VI leidde. Na de verkiezingen van 13 december 1987 ontstond een fei-telijke patstelling. Langs Vlaamse kant tekenden de christendemocraten (CVP) en de liberalen (PVV) voor een voort-zetting van de huidige coalitie en vormden de Vlaamse Executieve. In Wallonië stapten de socialisten (PS) en chris-tendemocraten (PSC) in de gewestregering. Nationaal was een nieuwe staatshervorming nodig om de communautaire problemen op te lossen. Dit veronderstelde een tweederdemeerderheid. Het wederzijdse wantrouwen tussen Vlaamse liberalen (PVV) en Waalse socialisten (PS) was zo groot dat samenwerking onmogelijk leek. De Vlaamse socialisten (SP) dachten er niet aan om in een nationale regering te stappen zonder medezeggenschap in de Vlaamse Executieve. De situatie leek hopeloos. Op 22 januari 1988 vroeg de koning aan Jean-Luc Dehaene om de taak van informateur op zich te nemen om deze moeilijke knoop te ontrafelen. Als antwoord zou Dehaene gezegd hebben: "Sire, geef me honderd dagen". 106 dagen later, op 6 mei 1988, had Dehaene de onmogelijke klus geklaard. Er was een akkoord over een verre-gaande staatshervorming en de regering-Martens VIII kon van start gaan. In de nieuwe regering werd hij minister van Verkeer en vicepremier, wat hij bleef tot in 1992. Dehaene had het vertrouwen van zijn politieke tegenstrevers ge-wonnen en was een van de sterkhouders van de regering. De volgende 12 jaar werd Dehaene 'incontournable' in de Belgische politiek. In 1990 ondertekende en bekrachtigde hij samen met 14 andere regeringsleiders de abortuswet.
Dehaene I - de hervorming van België (1992-1995)
Bij de verkiezingen van 1991 behaalde de CVP een nederlaag en overwoog Dehaene om de politiek te verlaten en te-rug te keren naar het ACW. Hij werd echter benoemd tot informateur en daarna formateur en in maart 1992 nam hij de leiding over een coalitie van christendemocraten en socialisten, de regering-Dehaene I en werd daarmee eerste mi-nister. Hij legde de basis voor het Sint-Michielsakkoord, mede dankzij het vertrouwen en gezag dat hij bij alle rege-ringspartijen had verworven en zijn talent als verzoener. Het ging om de tot dan toe meest verregaande staatsher-vorming die v.België een volwaardige federale staat maakte. Na de dood van 10 Belgische blauwhelmen in Rwanda be-sloot de regering de terugtrekking van het contingent Belgen waardoor de Hutus vrij spel kregen met de volkeren-moord.[2] Daarnaast voerde de regering een streng begrotingsbeleid. Aan de jarenlange aangroei van de Belgische staatsschuld werd een halt toegeroepen. De sterke reputatie van Jean-Luc Dehaene begon nu ook buiten de lands-grenzen te groeien en in 1994 werd hij de voornaamste kandidaat om Jacques Delors als voorzitter van de Europese Commissie op te volgen. Op de top van Korfoe kreeg de kandidatuur van Dehaene 11 van de 12 lidstaten achter zich. De toenmalige Britse premier John Major stelde echter zijn veto. Uiteindelijk werd Santer v. Luxemburg als consensus-kandidaat verkozen. Verhofstadt die, met zijn ondertussen tot VLD hervormde partij, gedurende 4 jaar een bikkel-harde oppositie voerde, slaagde er niet in om bij de verkiezingen van 1995 de meerderheid van christendemocraten en socialisten te doorbreken. Bij die verkiezingen werd Dehaene verkozen als rechtstreeks gekozen senator in de Bel-gische Senaat, waar hij tot in 2001 bleef zetelen.
Dehaene II - op weg naar de euro (1995-1999)
Ook Dehaene II werd een coalitie van christendemocraten en socialisten. Deze legislatuur stond volledig in het teken van de sanering van de overheidsfinanciën. De Belgische overheidsschuld was één van de hoogste van West-Europa en daardoor dreigde België de toelating om tot de eurozone toe te treden mis te lopen. Het tekort op de begroting moest absoluut teruggebracht worden tot de 3% norm, en dit streven beheerste het doen en laten van deze regering. De regering Dehaene II volbracht deze moeilijke opdracht met succes, maar dit ging ten koste van een gebrek aan visie en oog voor maatschappelijke ontwikkelingen. In de zomer van 1996 brak het Dutroux-schandaal uit dat uitmondde in de massaal bijgewoonde "Witte Mars" en een totaal wantrouwen van de Belgische bevolking in de justitie. De reactie van Jean-Luc Dehaene op deze emotionele gebeurtenissen was heel afstandelijk.Twee jaar later gebeurde het onvoor-stelbare: diezelfde Dutroux kon op eenvoudige wijze uit het gerechtsgebouw ontsnappen. Het adagium van Dehaene,
"een probleem moet je pas oplossen als het zich stelt",begon zich tegen hem te keren. Dehaene werd meer en meer afgeschilderd als de "loodgieter", de man die oplossingen in elkaar knutselde, misschien een goede beheerder maar zeker geen visionair. Enkele weken voor de parlementsverkiezingen van'99 brak de dioxinecrisis uit.In de korte peri-
ode tot aan de verkiezingen slaagde de regering er niet meer in om uit deze crisis te geraken. Doordat het dossier stuntelig verdedigd werd bij de Europese gemeenschap werd België bovendien een uitvoerverbod van zuivel- en vlees-producten opgelegd met ernstige economische gevolgen.De daaropvolgende verkiezingen leidden tot de zwaarste ne-derlaag van de CVP uit de naoorlogse geschiedenis en de VLD werd de grootste partij. Voor het eerst sinds 1945 was de CVP niet meer de grootste partij van het land.
Na 1999
Na de zware verkiezingsnederlaag van 1999 nam Jean-Luc Dehaene de verantwoordelijkheid voor de nederlaag op zich en trok zich terug uit de nationale politiek. Hiermee wou hij naar eigen zeggen een "nacht van de lange messen" in zijn eigen partij voorkomen. Hij bleef wel senator maar hield zich nadrukkelijk op de achtergrond. In 2000 kwam hij op bij de gemeenteraadsverkiezingen in Vilvoorde en werd burgemeester van Vilvoorde, wat hij bleef tot in 2007. Tot ver-rassing van velen werd hij een jaar later door Verhofstadt voorgedragen als ondervoorzitter van de Europese conven-tie, een denktank die zich moest buigen over de toekomst v.d. EU en een grondwet voor de Unie moest voor-bereiden. Toen in 2004 duidelijk werd dat zijn ondertussen tot CD&V hervormde partij onder leiding van Yves Leterme een nieuw elan had gevonden, wierp Jean-Luc Dehaene zich opnieuw in de verkiezingsstrijd, ditmaal als lijsttrekker voor de Europese verkiezingen. Het werd een prestigestrijd tussen hem en Guy Verhofstadt, die Jean-Luc Dehaene over-tuigend won (met meer dan 650.000 voorkeurstemmen tegenover 388.000 voor Guy Verhofstadt). Dehaene verkoos om in het Europees Parlement te zetelen, waarvan hij lid bleef tot aan zijn dood in 2014. Van 2000 tot 2009 was hij tevens voorzitter van de raad van bestuur van het Europacollege en was tevens bestuurder bij meerdere vennoot-schappen.
Benoeming tot bemiddelaar des Konings in juli 2007
Na de informatieronde met verkennende gesprekken door informateur Didier Reynders werd Dehaene op 5juli 2007
door Koning Albert II belast met een bemiddelings- en onderhandelingsopdracht om de weg te openen tot de aandui-ding van een formateur.[3] Als de informateur onvoldoende ver is geraakt of als er nog ontmijnend werk nodig is voor-aleer de formateur het veld in kan en er nog obstakels dienen weggenomen te worden, treedt een onderhandelaar in opdracht v.d.koning in actie. Op 15 juli beëindigde hij zijn opdracht waarna partijgenoot Yves Leterme tot formateur
wordt benoemd. Naar eigen zeggen zag Dehaene deze bemiddelingsopdracht als een "mission impossible". Hij zag deze kelk liever aan hem voorbijgaan. Hij vermeldde 'zijn bijzonder grote loyaliteit aan de partij, de CD&V' als reden waa-rom hij de opdracht aannam.
Koninklijk opdrachthouder
Eind november 2009 kreeg Dehaene nog een nieuwe politieke opdracht als koninklijk opdrachthouder met een welom-lijnde opdracht. Dehaene had de opdracht een plan uit te werken dat als basis zou dienen voor de communautaire on-derhandelingen die door Yves Leterme zouden gevoerd worden. De communautaire tegenstellingen tussen Vlamingen en Walen "gijzelden" de regering immers reeds sinds de verkiezingen van 2007. De onderhandelingen mislukten echter en enkele dagen later viel de regering. Vier CVP-premiers op rij: v.l.n.r. Jean-Luc Dehaene, Leo Tindemans, Wilfried Mar-
tens en Mark Eyskens (2005)
Overlijden
Begin 2014 werd alvleesklierkanker vastgesteld en daarom werd Dehaene geopereerd. Aanvankelijk was deze opera-tie succesvol, maar op 29 maart 2014 moest hij opnieuw in het ziekenhuis opgenomen worden. Op 15 mei 2014 werd Dehaene onwel toen hij een bezoek bracht aan de koekjesfabriek Le Glazik van de Lotus-groep te Briec in Bretagne. Hij werd nog naar het ziekenhuis van Quimper overgebracht, waar hij overleed aan de gevolgen v.e. hersenbloeding.
Status
Dehaene stond in het politieke milieu bekend als een kundig en geduldig onderhandelaar die op voorhand doelen voor-opstelde en die onmogelijk geachte compromissen uit de hoed kon toveren. Zijn methode kwam erop neer bedacht-zaam, zakelijk en onderbouwd door grote dossierkennis de grenzen af te tasten van de positie der onderhandelende politieke partijen. Elke partij diende zijn borst nat te maken en dan ging hij met hen stapsgewijs verder het water in tot er een compromis rond is. Het leverde hem de reputatie op van sleutelaar en "meester-loodgieter" van werkbare regeringsmeerderheden, evenwel zonder visie. Hij bezat door zijn jarenlange ervaring als geen ander een groot in-zicht in het Belgisch institutioneel kluwen en was daarbij bijzonder creatief als "problem solver". Op 27 juli 2007 stapte Dehaene definitief op als burgemeester van Vilvoorde. Naar eigen zeggen ging hij niet meteen met pensioen
maar bleef hij politiek actief als parlementslid op Europees niveau. Hij schreef zijn memoires die in 2012 uitgegeven zijn.[4][5] In 2008 werd Jean-Luc Dehaene naar aanleiding v.d.kredietcrisis aangesteld door de regering Leterme I
als voorzitter van de raad van bestuur van Dexia, wat hij bleef tot in 2011. Hij diende wegens een falend beleid van Dexia, samen met de gewezen CEO te verantwoorden voor een parlementaire onderzoekscommissie. In de opdracht om het falend beleid te beëindigen was hij naar eigen zeggen gefaald.
Honoraria
-
België: 1999 - Minister van staat
-
België: 2000 - Doctor Honoris Causa (Katholieke Universiteit Leuven)
-
Nederland: Grootofficier in de Orde van Oranje Nassau [7]
-
Duitsland: Grootkruis in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland
-
Portugal: 1982 - Grootkruis in de Orde van de Infant Dom Henrique[8]
-
Luxemburg: Grootkruis in de Orde van de Eikenkroon
-
Orde van de Platina Ster
Trivia
-
Dehaene was een groot supporter van voetbalclub Club Brugge.
-
Hij had enkele cameo's in de stripreeks Nero door Marc Sleen:
-
In De Verloren Zee (1989) komt Nero in een museum terecht dat zich op de bodem van de zee bevindt. Aan de muur hangen portretten van verschillende politici, waaronder Dehaene (strook 49)
-
In stroken 6 en 9 van Wonderboy (1993) staat hij bij Jan Spiers frietkraam. Tijdens de wafelenbak in strook 146 van Wonderboy zegt de Amerikaanse miljardair Spendepenny dat hij België fantastisch vindt en Dehaene als butler wil aannemen en Jean-Pierre Van Rossem als buitenwipper.
-
In De Kolbak van How (1993-1994) staat in strook 82 een voodoopoppetje met zijn beeltenis bij de vliegvelddouane. Later zit hij als passagier in het vliegtuig (strook 90).
-
Hij staat in strook 61-62 van het album De Muurloper (1995) samen met Bolleke aan Jan Spiers frietkraam.
-
In het album De Roos van Sakhti (1996) zegt de Indische vrouw Sakthi België beter te willen kennen. Ze houdt van biefstuk met frieten, het Atomium, de lekkere bieren en Brusselse pralines en Jean-Luc Dehaene (strook 3). Aan het einde van het album belt Dehaene Adhemar om te vragen of die Herman Van Rompuy de Midasziekte wil bezorgen (waarmee alles wat hij aanraakt in goud verandert) zodat de staatsschuld kan worden opgelost.
-
Dehaenes gezicht staat ook op de cover van een tijdschrift in strook 2 van De Held der Helden (1996). Later in het album brengt Dehaene samen met Bill Clinton diverse geschenken op het verjaardagsfeest van de koning van Marrakesh.
-
In strook 138 van Operatie Ratsjenko (1997) staat hij samen met Johan Vande Lanotte aan diens fritkot. Vandelanotte pikt enkele frieten van hem af, wat Dehaene niet kan appreciëren.
-
Nero droomt in strook 114-115 van De Blauwe Woestijn (1997) dat Dehaene hem een grote verjaardagstaart aanbiedt.
-
-
In de politieke cartoons van Erik Meynen heeft hij vaak een vete met Luc Van den Brande.
-
In een bekende sketch van Alles kan beter doen Mark Uytterhoeven, Guy Mortier en Tom Van Dyck alsof ze zijn brein besturen.
-
Hij werd soms ook het "Brabants trekpaard" genoemd of "de loodgieter" omdat hij naar eigen zeggen problemen pas oploste als ze zich voordeden.
-
Hij was een verzamelaar van hanen. Op 10 september 2013 verkocht hij een deel van zijn grote collectie hanen. Hij voorzag op pensioen te gaan in 2014. Hij verhuisde intussen naar een appartement dat te klein bleek om alle hanen te huisvesten.
Uitspraken
-
"Let the beast go." (uitgedost als cowboy op een pneumatische stier)
-
"Geen commentaar."
-
"Een probleem moet je pas oplossen als het zich stelt."
-
"Ik antwoord niet op hypothetische vragen."
-
"Een nederlaag van Club Brugge vind ik erger dan de val van de regering."
Publicaties
-
Sleutels voor morgen, Esopus, Hasselt, 1995, 111 p.
-
Sporen naar 2000, Icarus, Antwerpen, 1999, 173 p.
-
Er is nog leven na de 16, Van Halewyck, Leuven, 2002, 208 p.
-
De Europese Uitdaging: van uitbreiding tot integratie, Van Halewyck, Leuven, 2004, 237 p.
-
Memoires, Van Halewyck, Leuven, 2012, 958 p.