Desiderius Erasmus (Rotterdam, 28 okt. 1466[2], 1467 of 1469 – Bazel, 12 juli 1536) was een Nederlandse priester, augustijner kanunnik,
theoloog, filosoof, schrijver en humanist.
Geboorte
Erasmus heette vanaf zijn geboorte Erasmus. Hij dankt zijn naam aan de in de 15e eeuw populaire heilige Erasmus van Formiae,[3] van wie ook zijn vader Gerard een devote vereerder was.[4] Dat hij eerst Geert Geerts (ook Gerhard Gerhards of Gerrit Gerritsz) zou hebben geheten,[5] is een legende die pas in de 17e eeuw is ontstaan.[6] Zijn geboorte-plaats is Rotterdam, alhoewel er geen vermelding van zijn doop in doop-
registers is aangetroffen.[noot 1] Op een bekend houten borstbeeld staat Goudæ conceptus, Roterodami natus (Latijn: in Gouda verwekt; in Rotterdam geboren). Volgens een notitie van de Goudse historicus Renier Snooy (1478-1537), zou Erasmus in Gouda zijn geboren. Erasmus zelf
schreef echter (in het Latijn) dat hij geboren was in Rotterdam, dat zijn moeder de dochter van een medicijn-meester uit Zevenbergen was, met wie zijn vader, die hij Gerardus noemt, heimelijk een verhouding had, in de hoop haar te trouwen; deze Gerardus was van tien broers de op één na jongste en men besloot dat "uit zovelen er één aan God gewijd zou worden"–en dat werd hij.[7] Erasmus was een onwettig kind;in die tijd sprak men v.e.defectus natalis. Zijn vader was een priester in Gouda en zijn moeder diens huishoudster. De moeder van Erasmus, Marga-retha, die als familienaam Rogerius (Rutgers) zou hebben gehad, was een dochter v.e.chirurgijn uit Zevenbergen. Haar zwangerschap heeft zij
waarschijnlijk in Rotterdam doorgebracht om het 'ongelukje' te verbergen. Een jaar voor de geboorte van Erasmus kregen zijn ouders al sa-men een kind: Pieter. Ook van deze broer zijn geen officiële doopgegevens overgeleverd. Erasmus heeft drie jaar in Rotterdam gewoond
en is toen vertrokken naar Gouda. Zijn leven lang heeft hij het idee over zijn onwettige geboorte moeten torsen en de gevolgen moeten dragen v.d.'geestelijke' status waarin hij door zijn opvoeding was terechtgekomen. Pas rond zijn vijftigste (1517) werd Erasmus dankzij pauselijke
dispensatie van de ernstige maatschappelijke gevolgen van zijn onwettige geboorte verlost. Hij heeft nogal met zijn levensverhaal gehaspeld,
waarbij hij in zijn brieven aan de paus gebruik heeft gemaakt v.e.achternaam die wellicht van zijn moederszijde stamt. Al doende heeft hij zijn jeugdjaren gemystificeerd en zijn geboortejaar met onzekerheden omhuld.
Opleiding
Tussen 1473 en 1478 was Erasmus leerling van de parochieschool de voorloper v.d.Latijnse school en het Coornhert Gymnasium in Gouda, waar
hij les kreeg van zijn oom Pieter Winckel, de latere onderpastoor v.d.Sint-Janskerk.[8] Het is in deze periode dat Erasmus in Utrecht, hoofd-stad v.h.gelijknamige bisdom, bij de zangmeester en componist Jacob Obrecht les zou hebben gekregen in onder andere muziek.Hij volgde na
1478 de lessen aan de door de Broeders v.h.Gemene Leven in humanistische zin beïnvloede Latijnse school te Deventer, sub-hoofdstad van het bisdom Utrecht, die met de Latijnse school in Zwolle bekendstond als de beste onderwijsinstellingen v.d.noordelijke Nederlanden. Hij kreeg daar eerst typisch middeleeuws onderwijs met relatief veel Latijn.Vanaf 1483 was de humanist Alex.Hegius rector in Deventer.Hegius voerde een belangrijke curriculumvernieuwing door:hij voegde er Grieks aan toe,een vak dat tot dan toe alleen op universiteiten (Leuven, Keulen) als verdere specialisatie werd gegeven. Op die manier kreeg Erasmus zijn eerste lessen Grieks.Ook zag en hoorde hij hier Rudolf Agricola, die hij zijn leven lang als een voorbeeld en inspirator is blijven zien. Wegens een pestuitbraak ontvluchtte Erasmus in 1485 de stad Deventer. Hij studeerde verder aan de Latijnse school in 's-Hertogenbosch. Onder druk van zijn voogden deed Erasmus in 1487 zijn intrede in het Klooster
Emmaüs te Stein bij Gouda. Hier schreef hij zijn declamatio (oefentoespraak) en De contemptu mundi, een oprecht pleidooi voor het klooster-leven. Erasmus had namelijk geen kritiek op het ideaal, maar wel op de pietluttige regeltjes en de beknotting van de menselijke vrijheid. Een tweede, later uitgegeven jeugdwerk verried zijn grote kennis van de antieke en humanistische literatuur. Het thema is de verhouding tussen profane literatuur en christelijke vroomheid en kreeg de titel Liber Antibarbarorum (Antibarbari). Het werk is hoogstwaarschijnlijk in het voorjaar van 1495 tot stand gekomen in het kasteel van Halsteren of kasteel van Borgvliet in Bergen op Zoom waar hij regelmatig verbleef met vriend Jacobus Battus (1465-1502). De priesterwijding van Erasmus op 24 april 1492 (feestdag van de evangelist Marcus) door de toenmalige
wijbisschop Jan van Tiel in de Dom van Utrecht bond hem meer aan het geestelijke leven, maar bood hem ook meer mogelijkheden tot studie. Hij kreeg de mogelijkheid kanselier (secretaris) van Henri van Bergen, de aartsbisschop van Kamerijk, te worden. Om dit mogelijk te maken en toch priester te blijven, kreeg hij,mede vanwege zijn zwakke gezondheid en zijn studies, een tijdelijke dispensatie van bepaalde religieuze
verplichtingen, zoals het lezen v.d.mis en het voorgaan in misvieringen–normaal gesproken kerntaken v.e.priester. Paus Leo X maakte deze dis-
pensatie later permanent.Met toestemming en een stipendium v.bisschop Van Bergen mocht Erasmus in 1495 een theologiestudie in Parijs be-
ginnen. Het onderwijs werd beheerst door de Scotisten, scholastieke theologen die zich verloren in eindeloze spitsvondigheden het geen vol-gens Erasmus weinig meer met de christelijke basisgeschriften gemeen had. Wel leerde hij de nestor der Parijse humanisten, Robert Gaguin, kennen. Doordat hij ook les gaf, leerde hij veel mensen kennen.Zo kwam hij in Engeland, waar hij een half jaar verbleef, in aanraking met het zoontje van de Engelse koning, de latere Hendrik VIII en met belangrijke humanisten als John Colet en Thomas More, de auteur van 'Utopia'. Terug in Parijs schreef hij in 1500 zijn eerste boek, een verzameling Adagia, spreekwoorden. Het eerste succesboek in de jonge geschiedenis van de boekdrukkunst na een grote tegenvaller: hij zat wanhopig verlegen om geld nadat Engelse douanebeambten al het Engelse geld in zijn bagage in beslag hadden genomen.
Humanist
In 1502 kreeg Erasmus op voorspraak van de theoloog Adriaan Boeyens, de latere paus Adrianus VI, een post aangeboden op de universiteit v.Leuven, die hij echter niet aanvaardde. Hij legde zich toe op vertalingen uit het Grieks. In 1506 vertrok Erasmus voor drie jaar naar Italië. Op de terugweg (richting Engeland) schreef hij zijn Lof der zotheid. Door uit te gaan van een zot als spreker kon hij in deze declamatio de
spot drijven met de misplaatste ernst waarmee alle mensen, ongeacht beroep, stand, of positie, hun eigen belangen najoegen, en de groteske kortzichtigheid, waarmee zij klaar stonden met hun oordeel over elkaar. De kopij van de Adagia-herdruk kwam per abuis bij de Bazelse druk-
ker Johannes Froben terecht. Erasmus vond diens werk zo keurig dat hij naar Bazel reisde en daar ook zijn twee grote filologische werken, de
tweetalige uitgave v.h.Nieuwe Testament en zijn editie v.d.brieven v.d.kerkvader Hiëronymus, schreef (vertaalde) en uitgaf. Bij zijn terugkeer werd hij benoemd tot raadsheer van keizer Karel V en vestigde hij zich in de Nederlanden (1516-1521) waar hij in Antwerpen, Brugge, Leuven
en Mechelen verbleef. In 1521 woonde hij ook enige tijd in Anderlecht, als de gast van zijn vriend Pieter Wyckman.Tijdens deze 'Zuid-Neder-landse periode' vervulde Erasmus het plan van zijn vriend Jeroen van Busleyden, de stichting van het Leuvense Collegium Trilingue. Dit college zou bijdragen tot de verspreiding van Erasmus' opvattingen over de studie v.d.klassieke talen. Erasmus onderhield een uitgebreide briefwisse-
ling met verschillende vooraanstaande humanisten, waaronder Viglius. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door te Freiburg im Breisgau in Duitsland. In 1535 keerde hij terug naar Bazel in Zwitserland. Daar overleed hij op 12 juli 1536. Zijn graf ligt in het munster van Bazel. Zijn laatste woorden waren volgens de overlevering: 'Lieve God'.
Houding en gedachtegoed
Twee motieven bepalen het gedachtegoed van Erasmus: de vrijheid van mensen en vrede. Over de vrijheid schreef hij onder meer in 1516 de
vorstenspiegel Institutio, Opvoeding van een christelijke vorst,voor de jonge koning van Spanje, de latere keizer Karel V. Daarin stelt hij dat de mens vrij is en dat een christen daarom niet tiranniek mag heersen over christenen en hen niet als slaven mag behandelen. In 1517 schreef hij Querela pacis, De klacht van de vrede. Hij richt zich daarin onder meer tegen het nationalisme: De Engelsen verachten de Fransen om geen andere reden dan omdat ze Fransen zijn. Men heeft een hekel aan de Schotten, omdat ze Schotten zijn. De Duitser ligt overhoop met de Fransman en alle twee bestrijden ze de Spanjaard. Wat kan er slechter zijn dan volken die elkaar bestrijden alleen omdat ze andere namen hebben? Er zijn zoveel zaken die hen tot elkaar zouden moeten brengen. Waarom zijn ze als mensen niet welwillend tegenover hun medemen-sen? Waarom zijn ze als christenen niet vriendelijk gestemd tegenover medechristenen? Vooral als dit misbruikt wordt om aan te zetten tot oorlog: Ze hitsten de Fransen tegen de Engelsen op, en de Engelsen tegen de Fransen.
Erasmus en de Hervorming van Luther
In 1517 zette Maarten Luther met zijn 95 stellingen op de kerkdeur van Wittenberg een proces in gang, dat de wereld voorgoed veranderde: de protestantse Reformatie. De bestrijders van de Reformatie verweten Erasmus dat hij voor Luther de weg had geplaveid.Alhoewel Erasmus in principe sympathiek stond tegenover Luthers actie,had hij als vredelievende en relativerende humanist v.h.begin af aan bezwaren tegen diens optreden. Erasmus bleef in eerste instantie liever afzijdig in twisten tussen de reformatoren en de Kerk. Na veelvuldig aandringen pakte Erasmus in 1524 echter de pen op tegen Luther in het geschrift De libero arbitrio diatribe sive collatio (collatie over de vrije wil). In dit ge-schrift trok Erasmus de leer van Luther in twijfel omtrent de verlossing van de mens. Luther zou volgens Erasmus de rol van de vrije wil v.d.
mens onderschatten ten opzichte van de rol van de goddelijke genade.[9] Ondanks de afgewogen uitspraken in zijn boek bleef zowel vanuit de roomsgetrouwen als vanuit de reformatoren kritiek op Erasmus bestaan.Keer op keer pleitte Erasmus voor tolerantie tussen de diverse opvat-tingen. Het mocht echter niet baten; wederzijdse verkettering, vrijheidsbeperking en de brandstapel waren een feit.Wel legden zijn pleidooi-en de basis voor de toleran-tiegedachte van latere 16e-eeuwers als Coornhert en Willem v. Oranje.Overigens ging het bij de tolerantie voor Eras-mus niet zozeer om de vrijheid voor de enkeling (voor Joden wees Erasmus die zelfs af), maar meer om de vrijheid van wetenschap en ideeën. Het moderne tolerantiebegrip (vrijheid voor de enkeling) is bij Erasmus niet te vinden.
Erasmus en de Joden
De zestiende eeuw kenmerkte zich door een duidelijk antisemitische cultuur,waartegen het humanisme zich principieel verzette. Studie van de
joodse cultuur was een van de doelstellingen van het Collegium Trilingue, dat door Erasmus in Leuven gesticht is. De katholieke hebraïst Johan-
nes Reuchlin bepleitte als een van de weinigen gelijke burgerrechten voor de Joden. In reactie op Reuchlins studie van de kabbalistiek schreef Erasmus toen Reuchlin door de Inquisitie vervolgd werd: 'Ik ben geen Reuchlinist, zoals ik van niemand de partijganger ben'. Niettemin verde-digde hij Reuchlins pleidooi voor de joden in een brief aan de inquisiteur Hoogstraten. Hij koesterde grote bewondering en vriendschap voor hem, zoals blijkt uit zijn Colloquium 'Apotheosis Capnionis'(Capnio is de Griekse vorm van de naam Reuchlin). Over de Joden deed Erasmus (po-lemist en satiricus als hij was) krasse uitspraken. Frankrijk was voor hem het bloeiendste deel v.d.christenheid omdat dat land niet met 'Joden en half-joodse maranos is geïnfecteerd'. De joodse godsdienst zag hij als de 'verderfelijkste plaag en bitterste vijand van de leer van Jezus Christus'. Zijn bezwaar tegen de joden lag in het rituele karakter van hun godsdienst, waarmee volgens hem de vroomheid werd ondermijnd en van Christus werd afgedwaald.[10] Erasmus was desnoods bereid geweest om het Oude Testament op te geven als heilig boek voor de christen-heid, als hij daarmee de invloed van het jodendom had kunnen indammen. De ideeën van Maarten Luther over het Joodse geloof gingen veel verder.
Erasmus als christen
Erasmus nam de christelijke naastenliefde heel serieus. Dogmatische standpunten en onverdraagzaamheid, die daarmee in strijd waren, ver-wierp hij. Het gezonde verstand stelde hij boven dogmatische spitsvondigheden. Dat was de reden dat hij door vele fanatici als ketter werd beschouwd. Hij wordt als wegbereider voor de Reformatie beschouwd. Niettemin is hij nooit tot de gelederen der protestanten toegetreden. Hij vond dat Maarten Luther te hard van stapel liep. Hij vond dat men moest proberen de eenheid der Kerk te bewaren, door meer te letten op wat de christenen met elkaar deelden dan op wat hen scheidde.
Werk
Gevelversiering in Gouda met citaat uit De praeparatione ad mortem (Over de voorbereiding op de dood): "Viatores sumus in hoc mundo, non habitatores" (editie van 1534, p. 6).
Algemeen
In 1523 maakte Erasmus een catalogus van al zijn tot dan toe verschenen werken. Hij maakte een driedeling:
-
de culturele vorming inclusief taal: onder andere de Colloquia (gesprekken), de Adagia (spreekwoorden) en zijn eigen brieven
-
de ethische vorming: onder andere de Lof der zotheid
-
de godsdienstige vorming: onder andere het Enchiridion (handboek voor een christen)
Erasmus is vooral bekend gebleven door de Lof der zotheid en het Enchiridion waarin hij zijn ideeën over wat christendom werkelijk voor de mens zou moeten betekenen uiteenzet. De Lof der zotheid is een satire op allerlei misstanden van zijn tijd, waarin hij de allegorische Zotheid-
allerlei dingen laat zeggen, die hij zelf - van de Kerk - eigenlijk niet mocht zeggen. Hij heeft ook vele opvoedkundige en onderwijsgeschriften op zijn naam staan. Een invloedrijk werk is De ratione studii uit 1511, over het inrichten van de studie en het lezen en verklaren van auteurs. In De pueris instituendis beschrijft Erasmus het onderwijs dat beperkt blijft tot het aanleren der antieke talen en het lezen en interprete-ren van de klassieke auteurs.;Het meest populaire opvoedkundig werkje is De civilitate morum puerilium 1530 ofwel in het Nederlands Goede manierlijcke seden, Hoe die Jonghere gaen, staen, eten, drincken, spreken, swijghen, ter tafelen dienen, ende die spijse ontghinnen sullen. In zijn verhandeling De recta Latini Graecique sermonis pronuncia-tione (De juiste uitspraak van de Latijnse en Griekse taal, Bazel 1528) geeft Erasmus een reconstructie v.d. uitspraak van het Grieks en het Latijn in de Oudheid. In zijn tijd was men gewend het Oudgrieks uit te spreken met de uitspraak van de toen in Griekenland gesproken taal (itacisme),terwijl men het Latijn min of meer op zijn Italiaans uitsprak. Door de bestudering van leenwoorden van Grieks naar Latijn en van Latijn naar Grieks kwam Erasmus tot de conclusie dat dat onjuist was. Erasmus maakte een reconstructie die weliswaar niet volmaakt was, maar veel beter dan de op dat moment gangbare uitspraak van de beide oude talen.
Vertaling en uitgave van het Nieuwe Testament in het Grieks
Erasmus sprak en schreef Latijn, omdat dit in zijn tijd de internationale voertaal voor geschoolde mensen was. Hij was een bijzonder geleerd man die al bij zijn leven in geheel Europa als een van de grote denkers van zijn tijd werd erkend. Zijn eerste Oudgrieks had hij op de Latijnse school in Deventer geleerd,dat daar toen voor het eerst in Noord-Europa als vak in het curriculum was opgenomen. Door zijn kennis van deze taal stelde hij vast, dat het Nieuwe Testament (dat wil zeggen: het tweede deel van de christelijke Bijbel) in de Latijnse Vulgaat niet in alle gevallen goed vertaald was. Hij besloot om het Griekse Nieuwe Testament opnieuw te vertalen en in druk uit te geven. Dit kwam hem op felle kritiek te staan van het leidende intellectuele centrum van de Nederlanden van die dagen, de Leuvense (katholieke!) universitaire wereld, waar-onder zich ook een aantal goede vrienden van hem zoals Van Dorp bevonden. De taal van de Kerk was tenslotte Latijn en niet Grieks. Aan dit gegeven tornen zou het toch al wankelende gezag van de Kerk van die dagen nog verder ondermijnen. Ook de jonge Vlaamse exegeet Frans Ti-telmans kwam hierover in de jaren 1527-1530 met Erasmus in aanvaring. Erasmus' versie van het Nieuwe Testament was volgens Titelmans niet correct. In de inhoud ontbraken volgens hem delen die in de Griekse tekst wel degelijk aanwezig waren en de stijl leek volgens hem te veel op het klassieke Latijn van Ciceroen dus niet op de oorspronkelijke, volgens het dogma van de Katholieke Kerk, door God geïnspireerde eenvoudige stijl. Voor zijn Griekse Nieuwe Testament kon Erasmus beschikken over zes Griekse handschriften. Hij vertaalde deze handschriften opnieuw in het Latijn om daarmee het verschil met de Vulgaat te laten zien. Later heeft de Leidse drukkersfamilie Elsevier de Griekse tekst van Eras-mus gebruikt, die intussen de bijnaam van de Textus receptus had gekregen. Erasmus legde met zijn Griekse uitgave van het NieuweTestament
een grondslag van de Hervorming van Luther. Luther gebruikte de door Erasmus geredigeerde en uitgegeven Griekse tekst van het NieuweTes-
tament (en niet de Latijnse Vulgaat) voor zijn vertaling v.d.Bijbel naar het Duits en kon daarmee directe kritiek van de Kerk op zijn vertaling omzeilen. Ook dat werd Erasmus door de Kerk verweten. Maar op het verwijt dat hij het ei van de ketterij had gelegd, antwoordde hij dat hij liever iets anders had uitgebroed: hij vond de versplintering van de Kerk maar niets.
Erasmuscollectie
Alle werken van Erasmus zijn te bekijken in de Erasmuszaal van de Bibliotheek Rotterdam, die namens de gemeente Rotterdam een van de grootste Erasmuscollecties ter wereld beheert: een unieke en oude verzameling met onder meer honderden boeken uit de vijftiende en zes-tiende eeuw. Zo’n negentig werken zijn er in de eerste druk aanwezig. Tot de collectie behoren vier originele brieven in Erasmus' eigen hand. Ook zijn er bijzondere edities van zijn bekendste boek ‘Lof der Zotheid’—veel vertalingen in alle mogelijke talen en veel geïllustreerde edities (onder meer van Frans Masereel). De bibliotheek heeft ook veel literatuur over Erasmus. Deze collectie is een onmisbaar instrument voor de lopen-de uitgave v.d."Opera Omnia" van Erasmus, die vanaf 1969 onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap-pen wordt uitgegeven. De Bibliotheek Rotterdam heeft een website met als titel Schatkamers.Veel afbeeldingen uit boeken van Erasmus en portretten van Erasmus zelf zijn daar te zien en te downloaden. Vijftien boeken van Erasmus plus de uitgave van zijn verzamelde werk (1538-1540) zijn online beschikbaar.
Erasmus in de 21e eeuw
Om de blijvende invloed van Erasmus in de huidige tijd te belichten is in Rotterdam in 2011 de stichting Erasmus Icoon van Rotterdam opge-richt en zijn nieuwe rituelen gestart om aandacht aan de filosoof te schenken. In Rotterdam wordt sinds 2006 jaarlijks zijn geboortedag ge-vierd (28 oktober),wordt het uitbrengen van Lof der zotheid elke 1e april herdacht en is er jaarlijks op 11 juli (zijn sterfdatum) de Nacht van Erasmus.
Verkiezingen en vernoemingen
Verkiezingen
-
In 2004 eindigde Erasmus op de vijfde plaats in de verkiezing van De grootste Nederlander.
-
In de verkiezing voor De Grootste Belg, een jaar later, eindigde hij op de 11de plaats in de Vlaamse versie.
-
In 2005 werd Erasmus door lezers van het dagblad "Rijn en Gouwe" uitgeroepen tot Grootste Gouwenaar.
-
In 2009 werd Erasmus door bezoekers van de website van Gemeentearchief Rotterdam voor een jaar uitgeroepen tot Grootste Rotterdammer.[11]
-
In 2016 werd door Gouda het Erasmusjaar uitgeroepen, omdat 500 jaar geleden is dat het werk Novum Instrumentum verscheen. Voor de Sint Janskerk werd ter gelegenheid hiervan door Marc Mulders een nieuw glasraam ontworpen met als thema de Vrijheid van het geweten anno 2016.[12]
Erasmus als naamgever
Erasmus is de naamgever van onder meer
-
het Erasmus MC in Rotterdam,
-
het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam,
-
de Erasmusbrug in Rotterdam,
-
de Erasmuslijn, van 1997 tot 2009 de naam van een van de lijnen van de Rotterdamse metro,
-
het Erasmusziekenhuis in Anderlecht, academisch ziekenhuis ULB,
-
verschillende Erasmushuizen, waaronder
-
het Erasmushuis in Anderlecht: een museum,
-
het Erasmushuis in Rotterdam: een kantoorgebouw,
-
het Erasmushuis in Jakarta: een cultureel centrum,
-
-
het ERASMUS-uitwisselingsprogramma voor het hoger onderwijs van de EU, onderdeel van het Leven Lang Leren Programma, acroniem van EuRopean community Action Scheme for the Mobility of University Students,
-
het Erasmusgebouw, Erasmusplein en de Erasmuslaan bij de Radboud Universiteit Nijmegen,
-
de Erasmusprijs of Praemium Erasmianum, met daaraan gekoppeld het Erasmusfestival Brabant in 's-Hertogen-bosch en Tilburg,[13]
-
de Erasmusspeld, een onderscheiding die sinds 1979 door de gemeente Rotterdam wordt uitgereikt,
-
het faculteitsgebouw Letteren aan de K.U.Leuven (sinds het herdenkingsjaar 1986),
-
de Erasmusgracht in het Amsterdamse stadsdeel Bos en Lommer
-
daarnaast het Erasmuspark
-
de Desideriusbrug in het park
-
-
het Erasmus College te Zoetermeer,
-
de vrijmetselaarsloge Erasmus in Bangkok.
Externe links
-
Bibliotheek Rotterdam. collectie. Schatkamers geopend
-
(la) Universiteit Leiden. Desiderius Erasmus Laus Stultitiae, 1624.
-
Huis van Erasmus voor een vreedzame wereld
-
(la) Erasmus – Opera Omnia. Index van Erasmus' Opera Omnia
-
Biografieën, werken en teksten bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl)
-
(en) Werken van of over Desiderius Erasmus in bibliotheken (volgens de WorldCat-catalogus)
-
(la) Huygens ING. Digitale versie van Ordo II (afdeling Adagia) van de Erasmi Opera Omnia.
Bronnen
-
Han van Ruler & Hugo Verbrugh (red.), Desiderius Erasmus, filosoof en bruggenbouwer : historische en Rotterdamse perspectieven (Erasmus Academie, Rotterdam, 2008), ISBN 978-90-813357-1-3
-
J.M.E. Worms (red.), Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen. Bourgondisch-Habsburgse Nederlanden (Open Uni-versiteit, Heerlen 1992), ISBN 90-358-1030-9
-
Maurits Tompot & Ines v.Bokhoven, Het geheim van Erasmus (Mozaïek, Zoetermeer, 2006), ISBN 90-239-9207-5
-
Conrad Busken Huet. Het land van Rembrand, 1882-1884). Studiën over de Noordnederlandsche beschaving in de zeventiende eeuw, bij de DBNL.
-
Jan en Annie Romein. Erflaters van onze beschaving, 1977. Nederlandse gestalten uit zes eeuwen, bij de DBNL
-
Gerben Graddesz Hellinga, De Canon van ons Vaderlands Verleden (Walburg Pers, Zutphen, 2007), ISBN 978-90-5730-600-6
-
Rein Heijne (samensteller), In gesprek met Erasmus - Over humanisme, opvoeding en geweldloosheid, (Humanistisch Historisch Centrum en Papieren Tijger, Stichting Huis van Erasmus), ISBN 978-90-6728-270-3
Noten
-
Omhoog ↑ Het bijhouden v.doopregisters werd pas verplicht in 1563,na het concilie v.Trente. De historicus J.Hui-zinga beweert echter desondanks dat zijn doopnaam Erasmus geweest zou zijn (zie Verzamelde werken. Deel VI).
Referenties
-
Omhoog ↑ (en) Harry Vredeveld in Renaissance Quarterly: The Ages of Erasmus and the Year of his Birth, 1993. 46, 4, blz 754-809
-
Omhoog ↑ Erasmus, Cornelis Augustijn, Amsterdam, 1986, blz. 22
-
Omhoog ↑ Gerard vermeldt dit zelf tot twee keer toe in door hem in 1457-58 als kopiist afgeschreven handschrif-ten (Giuseppe Avarucci: Due codici scritti da 'Gerardus Helye' padre di Erasmo, in: Italia medioevale e uma-nistica, 26 (1983), blz. 215-255, hier blz. 238-239).
-
Omhoog ↑ Adrian Room, Dictionary of Pseudonyms: 13,000 Assumed Names and Their Origins, blz. 165
-
Omhoog ↑ Hans Trapman, Erasmus, leven en werk, in: Erasmus in beeld (Rotterdam 2008), blz. 13-33, hier blz. 14.
-
Omhoog ↑ Universiteit Leiden. Desiderius Erasmus. Compendium vitae
-
Omhoog ↑ Erasmus en Gouda, Tidinghe van die Gouda, Gouda, 2006, blz. 133 en 167
-
Omhoog ↑ Johan Huizinga (1924) Erasmus, blz. 219-225
-
Omhoog ↑ Jonathan I. Israel (2008) De Republiek 1477 - 1806 (ISBN 978-90-5194-337-5), blz. 50
-
Omhoog ↑ Erasmus grootste Rotterdammer, NU.nl, 16 oktober 2009.
-
Omhoog ↑ Erasmusfestival Brabant 2017. 5 november – 13 december